Meer over mij

HILDA WASSENAAR (45)

Hilda is het in dagelijks leven boekhoudkundig medewerkster. Het geeft haar veel voldoening om aan het einde van de maand alle facturen en declaraties netjes te hebben betaald. Omdat ze is opgegroeid in een gezin van hulpverleners, zit helpen haar in het bloed. Naast vrijwilliger bij het Rode Kruis is ze actief als Lotusslachtoffer, infovrijwilliger bij Castlefest en barvrijwilliger bij het gehandicaptencarnaval in Lisse. In haar vrije tijd is ze graag thuis bij haar twee katten. Ze houdt van borduren en bakken en wandelt graag lange afstanden.

Meer over mij

MAISY SCHARBAY (41)

Maisy kwam ooit voor haar studie naar havenstad Rotterdam. Ze volgde daar de opleidingen Medisch secretariaat, Management en Personeel & Arbeid en ging in Nederland aan de slag. Na elf jaar keerde ze terug naar haar geliefde Curaçao. Voordat ze branchmanager bij het Rode Kruis werd, werkte ze bij het revalidatiecentrum op het eiland. In haar vrije tijd is Maisy graag bij haar twee honden. Ze kookt, leest en haakt, heeft groene vingers en danst graag.

Leestijd 9 minuten

HILDA WASSENAAR EN MAISY SCHARBAY

“Wij van de Cariben stralen warmte uit”

Een beroepskracht en een vrijwilliger vragen elkaar het hemd van het lijf. Dit keer ontmoeten Maisy Scharbay (41), branchmanager op Curaçao, en Hilda Wassenaar (45), vrijwilliger in de gemeente Haarlemmermeer, elkaar. Waarom kozen zij voor het Rode Kruis? Welke verschillen en overeenkomsten zien zij tussen de Nederlandse organisatie en die op het Caribische eiland? Een openhartig gesprek waarbij de dames niet uitgepraat raken.

Maisy: “Waarom ben jij vrijwilliger bij het Rode Kruis geworden?”
Hilda: “Dat is een grappig verhaal. In 2012 kon ik met een bevriende vrijwilliger in de Rode Kruis-bus meerijden naar de Bloesemtocht in Geldermalsen. Toen ik na een dag wandelen in de bus naar huis wilde stappen, zeiden ze opeens gekscherend: ‘Deze bus is alleen voor mensen van het Rode Kruis! Dus je kan kiezen: of je loopt terug naar Nieuw-Vennep of je wordt nu vrijwilliger.’ Ik had dus geen keus, al heb ik er nooit spijt van gehad.”

 

Hilda: “Hoe ben jij bij het Rode Kruis terechtgekomen?”
Maisy: “Ik heb eigenlijk altijd in de gehandicaptenzorg op het eiland gewerkt. Toen ik de vacature voor branchmanager bij het Rode Kruis zag, heb ik meteen gesolliciteerd. Ik kende de organisatie al. Zeventien jaar geleden liep ik hier al stage. Die zorg, ‘taking care of people’, spreekt me erg aan.”

 

Maisy: “Welke taken vervul jij als vrijwilliger?”
Hilda: “Ik ben inzetbaar als evenementenhulpverlener, lid van het noodhulpteam, chauffeur en biker. Ook ben ik nog anderhalf jaar penningmeester geweest. Ik vind facturen boeken heerlijk, maar je moet ook een tactisch manager zijn. Dat was niet echt mijn ding. Ik ben liever onderweg, tussen de mensen. De afgelopen tijd heb ik veel evenementen gedaan, zoals de Zwarte Cross, de Nijmeegse Vierdaagse en de Dam-tot-Damloop.”

Maisy Scharbay

Maisy:

“Bikers hebben we helaas niet op Curaçao. Bij ons is het veel te warm en logistiek is het gevaarlijk om op de fiets te zitten.”

Hilda Wassenaar

Hilda:
“Een luisterend oor is zo belangrijk.”

Hilda: “Draai jij eigenlijk mee als EHBO’er tijdens evenementen?
Maisy: “Helaas heb ik daar niet de tijd voor. Als branchmanager regel ik al het operationele werk eromheen, zoals de logistiek. Een verschil met Nederland is dat het Rode Kruis bij jullie een grote organisatie is met veel functies, afdelingen en districten. Op Curaçao zijn we één organisatie met één kantoor en drie stafleden. In Den Haag heb je aparte afdelingen voor bijvoorbeeld Financiën of Communicatie. Als duizendpoot doe ik van alles een beetje. Ik werk direct voor een bestuur van elf leden en houd contact met het Nederlandse Rode Kruis, de overheden en de lokale partners (ngo’s). Verder handel ik aanvragen voor evenementenhulp af, doe ik de correspondentie en fondsenwerving en plan en organiseer ik vergaderingen en trainingen. Mijn rol is dus organiserend, instruerend en coördinerend.
 
En natuurlijk ben ik er ook voor de vrijwilligers. Zij zijn het hart en de ziel van de organisatie. Zij houden ons draaiend en levend. Gedurende de coronacrisis was het best moeilijk om het enthousiasme bij de vrijwilligers erin te houden. Sommigen raakten hun baan kwijt en op een bepaald moment waren we alleen nog maar met voedselhulp bezig. Zeker jongeren willen meer dan dat. Die assisteren graag bij evenementen en vinden het leuk om op de ambulance te rijden of om een verbandje aan te leggen.”

 

Maisy: “Hoe zijn jullie die coronaperiode doorgekomen?”
Hilda: “Bij ons heeft die tijd er ook ingehakt. Vroeger zat je met z’n twintigen bij een EHBO-les en opeens was die connectie er niet meer. Ik heb toen een appgroep in het leven geroepen om contact te houden. Gelukkig ontmoeten we elkaar nu weer persoonlijk bij onze vestiging in Hoofddorp. Even een luisterend oor als iemand iets heftigs heeft meegemaakt. Weten hoe het met de ander gaat - dat is zo belangrijk. Met de bikers zijn we onlangs nog uit eten geweest, we betaalden dat overigens zelf. Het is goed om elkaar weer te zien.”  

 

Hilda: “Hoe houden jullie die band tussen vrijwilligers levendig?”
Maisy: “Wij hebben iedere vrijdag een bijeenkomst op ons hoofdkantoor. Vrijwilligers volgen dan een training of workshop bij ons. Soms zetten we ze een beetje in het zonnetje met een pasteitje en een drankje. Ja, wij zijn van de Cariben, we stralen warmte uit en houden van persoonlijk contact - met deze meetings behoud je de teamspirit!

Zo’n bijeenkomst is ook een mooi moment waarop jongere en oudere vrijwilligers elkaar ontmoeten. Die interactie, het uitwisselen van kennis en ervaring tussen de vrijwilligers is ook de reden dat het Rode Kruis al 92 jaar op Curaçao bestaat. ‘Het oude touw aan het nieuwe touw knopen’, zo noemen we dat in het Papiaments.”

 

Maisy: “Is zo’n trainingsavond niks voor jullie?”
Hilda: “Ik weet niet of onze jongeren zitten te wachten op een extra trainingsavond op vrijdag. Maar ik weet zeker dat een gezellige avond met elkaar wordt gewaardeerd. Dat is goed voor de connectie. Het lijkt me sowieso een ideaal moment om nieuwe vrijwilligers te laten kennismaken. Tijdens de Nijmeegse Vierdaagse heb ik alvast mijn best gedaan om meer mensen enthousiast te maken voor het Rode Kruis. Het leek wel of ik een grote i van informatie op mijn voorhoofd had staan. Regelmatig kreeg ik de vraag hoe je Rode Kruis-vrijwilliger wordt. Ik heb mensen toen rechtstreeks doorverwezen naar het Rode Kruis in hun woonplaats. Ik hoop dat ook Haarlemmermeer daarvan profiteert.”