Voorwoord

Beste Rode Kruisers,

Deze Henry + staat geheel in het teken van onze hulpverlening tijdens COVID-19. Wie had aan het begin van dit jaar gedacht dat het coronavirus zich op deze manier zou ontwikkelen en Nederland zo geraakt zou worden. Sinds half maart is het Crisis Management Plan (CMP) van kracht. Dat betekent alle hens aan dek met hulpinzetten door heel Nederland. Juist nu staan we paraat en helpen we waar nodig en op allerlei gebieden. Van ondersteuning bij de huisartsenposten en ziekenhuizen tot het rondbrengen van voedselpakketten. En van het faciliteren van familiebezoek bij verpleeghuizen tot het vervoer van corona-patiënten. Van verschillende inzetten zijn mooie verhalen opgetekend die je in deze Henry + kunt lezen.

Afgelopen periode zijn Joke en ik het land ingegaan om met eigen ogen te zien wat we als Rode Kruis allemaal doen. Van Groningen tot Limburg en van Rotterdam tot Apeldoorn spraken we met vrijwilligers, hulpvragers en Ready2Helpers. Het is zo bijzonder om te zien met hoeveel enthousiasme en toewijding al dit werk wordt gedaan. Dat blijkt ook uit de verhalen van vrijwilligers zoals Jaap Kolart, Thera Heijerman, Daan Kuiper, Anja van den Sande en Ashraf Zedane. Zij staan symbool voor velen van jullie die zich inzetten voor het Rode Kruis. Chapeau!

Dat we op dit moment de grootste hulpoperatie uitvoeren sinds de Watersnoodramp in 1953 blijft niet onopgemerkt. Van alle kanten wordt hulp aangeboden, bedrijven willen met ons samenwerken en de media maken verhalen op over wat we allemaal doen. En wat te denken van het bezoek van Minister Kaag bij de Rode Kruis Hulplijn, de ontvangst van Koningin Máxima bij het sorteercentrum in Loenen, de rondleiding van minister-president Rutte (en zijn mooie woorden) bij Rode Kruis Haaglanden en de opening van een nieuwe teststraat door minister Hugo de Jonge waar onze vrijwilligers ondersteunen. Het was een eer en een genoegen om met hen te spreken, vrijwilligers aan het woord te laten en te tonen hoe wij onze auxiliaire rol vervullen.

Niet alleen in Nederland zijn we druk met de coronahulpverlening. Op heel veel plekken in de wereld is het Rode Kruis actief, bijvoorbeeld met het geven van voorlichting, het vervoeren van patiënten en uitdelen van maaltijden en voedselpakketten. Collega Marina Manger Cats was onlangs nog in Libanon en vertelt daarover in deze Henry. Op de Caribische eilanden is de afgelopen periode ook hard gewerkt. Als Rode Kruis hebben we, met steun van het ministerie van Binnenlandse Zaken, een aantal voedselprogramma's opgezet om getroffenen van maaltijden te voorzien. Op de eilanden wordt door het Rode Kruis ook voorlichting gegeven en is men druk met de voorbereidingen voor het orkaanseizoen dat officieel op 1 juni begon.

Het was voor de redactie niet mogelijk om álles wat we doen tijdens de coronacrisis in deze Henry + aandacht te geven. Maar we hebben wel geprobeerd om zoveel mogelijk te laten zien en vanuit zoveel mogelijk verschillende invalshoeken. Neem bijvoorbeeld een kijkje op de fotopagina. Afgelopen tijd heb je ook op Rodekruis.nl/liveblog, de social mediakanalen en wekelijkse live updates een en ander kunnen zien en lezen wat we allemaal doen. Blijf ook na het lezen van deze Henry + deze kanalen in de gaten houden, zodat je op de hoogte bent en blijft.

Veel leesplezier en pas goed op jezelf!

Hartelijke groet,

Marieke van Schaik

In Brabant-Zuidoost letten we goed op elkaar

In het district Brabant-Zuidoost zijn veel vrijwilligers actief met het initiatief ‘Let Op Elkaar’. Er zijn 35 belmaatjes actief die een of twee per week contact hebben met een hulpvrager. Daarnaast zijn er 26 Ready2Helpers die wekelijks boodschappen doen voor mensen die dat zelf niet kunnen. Anja en Harrie zijn actief als ‘belmaatje’. Door regelmatig met ouderen te bellen en een luisterend oor te bieden, zorgen ze ervoor dat de eenzaamheid waarin velen verkeren een beetje minder wordt. Lieke is boodschappenmaatje voor kwetsbare ouderen. Roeland is bel- én boodschappenmaatje. Met liefde en plezier helpen zij anderen om de coronatijd door te komen. Lees hieronder hun verhalen.

Belmaatje Anja

Anja van der Sande, al 20 jaar werkzaam bij het Rode Kruis in diverse functies, is in haar vrije tijd belmaatje. Haar contact is een 89-jarige dame woonachtig in Best. De vrouw is van origine een echte Eindhovense en mist de stad nog steeds. Haar ouders hadden daar een groot hotel in het midden van het centrum waar nu de Bijenkorf gevestigd is. In haar jeugd had ze een stiekeme liefde; een zekere Harrie die regelmatig voedingsmiddelen bij het hotel kwam afleveren. De knappe jongeman was afkomstig uit het dorp Leende. Al pratende komen ze erachter dat Anja contacten heeft in dit dorp. Harrie kent ze niet, maar ze gaat naar hem op zoek en na wat speurwerk vindt ze hem. Het blijkt dat Harrie het meisje van het hotel ook nooit vergeten is. Inmiddels hebben ze weer contact met elkaar, via de telefoon. En na de coronatijd gaan ze elkaar ook echt een keer in levenden lijve ontmoeten. Door het initiatief van Anja hebben deze twee mensen echt iets om naar uit te kijken. Ze slaat hiermee twee vliegen in een klap.

Belmaatje Harrie

Harrie Wijnen, werkzaam voor een speciaal onderdeel van Goed voorbereid in het district, is het belmaatje van een 90-jarige meneer die zich eenzaam voelt in een groot verzorgingscomplex. Er is daar wel een mooie binnentuin met een koffiehuisje, maar daar mag hij i.v.m. besmettingsgevaar al zeven weken niet naar toe. Hij zit opgesloten in zijn kamer. Zijn dochter is er toevallig werkzaam, maar gek genoeg mag zij ook niet naar hem toe, omdat het tehuis fysiek contact absoluut wil voorkomen en dat is nu eenmaal lastiger met familie onderling. Meneer houdt zich groot, maar zijn dochter neemt contact op met het Rode Kruis, want ze weet dat haar vader heel eenzaam is. Meneer zegt zelf dat hij wel geluk heeft gehad, want zijn woning bevindt zich namelijk aan de buitenkant van het complex, waardoor hij vanaf de straat een beetje contact kon hebben met zijn kinderen en kleinkinderen. Meneer krijgt ondanks alle voorzorgsmaatregelen toch corona en holt achteruit. Hij laat Harrie weten dat doodgaan voor hem geen probleem is. Hij heeft al een mooi leven achter de rug. Gedurende twee weken is meneer heel erg ziek geweest en hij was eigenlijk niet meer aanspreekbaar. Harrie dacht telkens ‘dat is de laatste keer dat ik hem gesproken heb’. Wonder boven wonder is meneer er toch bovenop gekrabbeld. Bij het afscheid aan de telefoon zegt hij steevast tegen Harrie: “Als dit voorbij is, kom je hier koffiedrinken met een lekker stuk gebak erbij. Dan zie ik ook met wie ik al die tijd gesproken heb”.

“Soms neem je per ongeluk het verkeerde product mee, maar dan is men toch blij!”

Boodschappenmaatje Lieke

TU-student Lieke doet samen met de andere bewoners van haar studentenhuis als Ready2Helper boodschappen voor kwetsbare mensen in Eindhoven en omgeving. Op dit moment helpen de studenten nog vier adressen. Het betreft geheel verschillende mensen, maar wat ze met elkaar gemeen hebben is dat ze allemaal behoorlijk kwetsbaar zijn. Naast een hoge leeftijd, mankeren ze vaak ook nog iets. Al was het geen coronatijd geweest, dan hadden ze sowieso hulp nodig gehad bij de boodschappen. De mensen zijn telkens weer enorm dankbaar voor de hulp die ze krijgen. “Soms neem je per ongeluk het verkeerde product mee, maar dan is men toch blij”, vertelt Lieke. “Zo proberen we tenminste ook weer eens wat nieuws uit.” is dan de reactie. Naast het doen van de boodschappen maken ze ook altijd een praatje met hun ‘cliënten’. “Even informeren hoe het met ze gaat.” Wel blijven ze altijd op afstand, want de hulpvragers zijn echt heel kwetsbaar. De boodschappen brengen ze dan ook nooit naar binnen, ook al kost het de mensen moeite om de zware tas zelf te dragen. “Je moet er niet aan denken dat je ze naast de boodschappen ook corona bezorgt.”

Bel- en boodschappenmaatje Roeland

Een van de huisgenoten van Lieke is Roeland Hoefsloot. Hij is zowel boodschappen- als belmaatje voor het Rode Kruis. Met de man met wie hij soms wel drie keer per week belt, had hij vanaf het eerste moment een bijzondere klik. Inmiddels zijn ze ook echt vrienden geworden. Ze hebben genoeg stof om over te praten, want toevallig delen ze precies dezelfde hobby’s; muziek en fotografie. Helaas is de belmaat van Roeland enkele jaren geleden blind geworden, waardoor hij zijn passies voor een deel moest opgeven. Roeland adviseerde hem daarom een smartphone te nemen waarmee hij zelf zijn muziek kan uitkiezen. Tot voor kort beluisterde de voormalig DJ namelijk alleen naar muziek via de radio, maar nu is hij in de mogelijkheid om op zijn telefoon elk nummer te kiezen wat hij wil. De wereld ging voor hem open. Dankzij het initiatief ‘Let Op Elkaar’ kan de man weer met volle teugen genieten van zijn hobby muziek én hij heeft er een vriend bij gekregen met wie hij zijn passies, ook na de coronatijd, kan blijven delen.

Leuk feitje: Lieke en Roeland zijn beiden fotograaf. Roeland maakte de foto van Lieke en Lieke maakte de foto van Roeland bij dit artikel.

Een bijzonder jubileumjaar voor afdeling Delft en Midden-Delfland

Dit jaar bestaat de afdeling in Delft 150 jaar. Waar we ambitieuze plannen hadden om dit jaar te vieren, hebben we deze -mede door de coronaperiode- aardig moeten aanpassen. Toch laten we het niet ongemerkt voorbij gaan en creëren we momenten waar we het gepast onder de aandacht brengen. Naast de hulp die via het DAC Haaglanden loopt, hebben we als afdeling zelf een paar lokale activiteiten opgezet.

Koningsdag

Zo hebben we samen met een evenementenbureau bij verschillende woonzorgcentra in Delft voor muzikale afleiding gezorgd bij de bewoners, zorgverleners en toevallige passanten. Bewoners die op leeftijd zijn, dementerend zijn of een verstandelijke beperking hebben. Een vrolijke noot voor deze kwetsbare mensen die in de coronaperiode aan huis gebonden zijn en waarbij bezoek tot nu toe (bijna) niet mogelijk was. “Ze kan zo mooi zingen, ik geniet ervan,” verzuchtte één van de bewoners. Omdat het vlak voor Koningsdag was, werd de aanhangwagen oranje versierd met natuurlijk ook onze 150 jaar Delft en Midden-Delfland ballonnen eraan. Het leuke was dat de optredens ook nog voorbijkwamen in een livestream die het evenementenbureau op Koningsdag uitzond. Klik hier voor de video van dit event.

Happy Envelop

Voor kwetsbare mensen is een sociaal netwerk erg belangrijk. Om deze reden organiseerden we voor de coronaperiode regelmatig ontmoetingslunches. Nu brachten we met de ‘Happy Envelop’ de gasten van onze ontmoetingslunches een feestelijke jubileum-attentie om voor een lichtpuntje in de crisis te zorgen. De kwetsbare ouderen ontvingen een kaart of tekening gemaakt door een jongere, een puzzelplaat, een echte Delftse mandala met een setje kleurpotloden en nog veel meer. Joke van Lonkhuijzen kwam een kijkje nemen bij de afdeling en hielp mee met de enveloppen. Het vervolg is nu in de maak: de Gezonde Envelop.

Hulplijn

Met een aantal vrijwilligers is in maart een actieve hulplijn gestart. Daarbij belden vrijwilligers van ons naar onze welbekende gasten van de ontmoetingslunches. Het merendeel stelde dat zeker op prijs met als gevolg dat we met een aantal nog regelmatig bellen. Er zijn ook rechtstreekse hulpvragen uitgekomen, als maaltijden bezorgen en boodschappen doen, waarbij onze vrijwilligers van de afdeling hielpen.

Kwetsbaren mogen weer meer bezoek ontvangen, waardoor de hulpvragen afnemen. Dat is een goed teken. Maar mocht er een nieuwe piek komen, dan staan we zeker weer klaar!

District Hollands Midden

ACTIECENTRUM LANDELIJKE PBM-INZAMELINGSACTIE

Nederlanders hebben massaal gehoor gegeven aan de oproep van het Rode Kruis om vanwege de uitbraak van het coronavirus persoonlijke beschermingsmiddelen te doneren. Tussen 20 maart en 29 april kwamen er 1,5 miljoen maskers, bijna 100.000 beschermingsbrillen en ruim 50.000 schorten binnen. Uiteindelijk zijn er bij elkaar meer dan 6 miljoen stuks ingezameld.

Het Rode Kruis-gebouw in Bodegraven was het actie-centrum van de landelijke PBM-inzamelingsactie. Binnen één dag werd het gebouw omgetoverd in een actiecentrum voor het inzamelen van de persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) die het Rode Kruis heeft ingezameld voor de landelijke spreiding. Dit met allemaal hulp van vrijwilligers uit de regio. Bij de inrichting is rekening gehouden met de RIVM-richtlijnen.

In eerste instantie begonnen er tien vrijwilligers maar al snel werden er nog meer vrijwilligers opgeroepen. Alle e-mails en telefoontjes van mensen die PBM hebben gedoneerd zijn hier behandeld. De vrijwilligers behandelden vragen over welke beschermingsmiddelen wel en niet ingeleverd konden worden. Ook werd geregeld dat de beschermingsmiddelen op één centrale plek binnenkwamen in het depot in Loenen.

Aanbod vanuit het hele land

Corinne van de Laar, vrijwilliger afdeling Leiden, geeft aan dat er vanuit alle kanten, zowel bedrijven als particulieren, middelen zijn aangeboden. Een aantal voorbeelden hiervan zijn een dierenspeciaalzaak die handschoenen, mondmaskers en vuurwerkbrillen heeft geleverd, een sportwinkel die sponsorde fietsbrillen en een budgetwarenhuis heeft 3 miljoen handschoenen geschonken. Ook hartverwarmend om te zien hoe particulieren contact opnemen voor het schenken van een mondmasker. Dit alles om de zorginstellingen die het dringend nodig hebben te kunnen voorzien.

Vrijwilligers die geholpen hebben bij deze actie geven aan dat de inzet van de burgers en bedrijven om het Rode Kruis hierbij te helpen zo mooi om te zien is. Naast het helpen met het beantwoorden van e-mails hebben een aantal vrijwilligers ook geholpen bij het depot in Loenen om een compleet beeld van het traject te krijgen.

In zo’n korte tijd werd een actiecentrum opgezet en de werkzaamheden opgepakt.

Koninklijk bezoek

Hoe bijzonder is het dat Koningin Máxima op bezoek is geweest bij het depot in Loenen om het proces van A tot Z te zien en hierbij waren ook vrijwilligers van ons district aanwezig. Bij het totale proces komt meer bij kijken en zijn alle vrijwilligers echt hard nodig. Denk hierbij ook aan de vrijwilligers die zich enorm ingezet hebben met het stapelen van spullen, dozen verschuiven en het aannemen van de pakketten.

Marcel van Iperen, vrijwilliger afdeling Leiden, heeft zich ook ingezet voor de ondersteuning bij het inzamelen van de middelen. Op een zaterdag werd hij benaderd of hij even kon helpen. Even werd uiteindelijk een aantal weken. Naast het beantwoorden van vragen via de e-mail en het nabellen heeft hij zich ook ingezet om vrijwilligers in te werken, het doen van coördinatie-activiteiten, het geven van ICT-ondersteuning en het maken van statistieken van de aantallen.

Jong, oud, particulier, bedrijven, kleine acties en/of grote acties iedereen wilde kosteloos iets betekenen in de coronacrisis. Ook het contact tussen de vrijwilligers tijdens de inzameling is hecht. In zo’n korte tijd werd een actiecentrum opgezet en de werkzaamheden opgepakt. Ondanks de maatregelen zoals de anderhalve meter was je als vrijwilliger toch dicht bij elkaar. Voor het goed zorgen van alle vrijwilligers werden ook weer vrijwilligers ingezet. Zo zorgde Glancy, Wilma, Ellen, Linda en Petra, vrijwilligers afdeling Bodegraven, voor de catering.

Samen met 71 verschillende vrijwilligers vanuit het District Hollands Midden is het actiecentrum bestuurd geweest. Een actie waarbij wij vanuit het District Hollands Midden allemaal trots op zijn.

PeterLasschuijt.png

Terugblik door Peter Lasschuijt

Peter Lasschuijt was jarenlang Coördinator Noodhulp in Hollans Midden met daarnaast een aantal landelijke projecten. Net voor de coronacrisis begon hij met een nieuwe uitdaging: medisch wetenschappelijk onderzoek voor noodhulp en evenementen o.a. in samenwerking met het Erasmus MC. Dat kwam natuurlijk stil te liggen en prioriteit werd gegeven aan de crisis. Dat maakte dat hij afgelopen periode nog steeds actief was in Hollands Midden.

Mooi om te doen

Peter was verantwoordelijk voor het hele proces van de inzamelingsactie voor Persoonlijke Bescheringsmiddelden (PBM) van intake tot en met de aflevering bij het landelijke inzamelingspunt van de overheid: "Een mega grote actie, maar wel super mooi om te doen. Ook een aantal beroepskrachten zijn niet weg te denken geweest, ik denk dan vooral aan Belinda van der Gaag van de afdeling Persvoorlichting die zich intensief heeft ingezet om de inzamelingsactie boven aan de agenda te krijgen van alle media, maar ook Michel Toebast heeft in het Logistieke proces met zijn team van vrijwilligers keihard gewerkt."

De klok rond

"We maakten lange dagen. Om 9.00 uur werd er gestart met een briefing. Soms ging het wel tot 23.00 uur door. We hebben dat weken volgehouden. Hoe? Geen idee, maar we deden het wel! Op de piekmomenten zaten we met 35 vrijwilligers mailtjes en telefoontjes te verwerken in Bodegraven."

Het mooie van deze actie was dat de mensen die reageerden op de oproepen in de media uit vele hoeken kwamen. Zo waren er mensen die 1 of 2 maskertjes in de schuur hadden liggen, maar ook grote bedrijven die tot 3 miljoen handschoenen doneerden. De actie heeft heel wat los gemaakt in Nederland, iedereen was er om de zorg te ondersteunen, geweldig! Ik vond het een geweldige klus. Met zijn allen hebben we er voor gezorgd dat het Rode Kruis in een keer op de kaart stond tijdens de coronacrisis."

Voorsorteren op Strategie 2025 dankzij COVID-19

Het voornemen voor 2020 was om onze nieuwe strategie verder uit te werken en concreet te maken. De actualiteit haalde ons in. Het Rode Kruis kwam tot de grootste hulpactie sinds de Watersnoodramp. We hebben laten zien waarom het zo belangrijk is dat we er zijn. Zo zetten we nieuwe programma’s in, testen we interventies , schalen we op, slijpen we bij en maken we tussendoor de balans op. In de praktijk betekent dit dat we tijdens de COVID-19 inzet eigenlijk onze (nieuwe) strategie al aan het operationaliseren zijn. Hoe? Dat leggen we je graag uit!

De titel van Strategie 2025 is: versterken van de menselijke basis. Misschien weet je meteen wat hier mee wordt bedoeld. Maar mogelijk zegt het je niet zoveel en is voor jou de hele strategie sowieso een ver-van-je-bed-show. We blijven natuurlijk gewoon het Rode Kruis maar we willen ons meer richten op mensen in (dreigende) nood. Dat betekent iedereen die het ontbreekt aan basislevensbehoeften of kans loopt op acuut letsel of direct levensgevaar. Het maakt daarbij niet uit wat de oorzaak is. We vinden het belangrijk om de meest kwetsbaren als eerst te helpen. Kwetsbare mensen ontbreekt het aan één of meer van de basislevensbehoeften. Tegelijkertijd worden zij onvoldoende of zelfs niet geholpen door andere partijen of hebben geen ondersteuning vanuit hun eigen sociale netwerk.

Weten wat er speelt

Om te voorkomen dat we pas kunnen helpen als het leed er al is, willen we als Rode Kruis alert zijn als het gaat om dreigende nood. Dat betekent dat we:

  • Weten wat er speelt en daarop inhaken. Eigenlijk zoals we nu ook doen bij COVID-19.
  • Ons bewust zijn van nood die vaker terugkomt, door bijvoorbeeld seizoensinvloeden.
  • Goed in de gaten houden wie de kwetsbare groepen zijn en waar ze zich bevinden.

We zorgen voor de hulp die de mensen nodig hebben. We kijken goed naar het effect van onze hulp en leren daarvan en we proberen mensen echt verder te brengen.

“Het is onmogelijk om alle hulp zelf te bieden”, licht Marieke van Schaik toe. “Daarom schakelen we andere partijen in en starten tijdelijke hulpverlening op. Tijdelijk betekent dat wij stoppen met de hulpverlening voor een individu als de (dreigende) nood weg is en die persoon weer verder kan. De hulpverleningsactiviteit kan best structureel van aard zijn, als we er maar elke keer andere mensen mee helpen en iemand niet afhankelijk van het Rode Kruis wordt. Daarnaast kan het belangrijk zijn om aangesloten te blijven bij een doelgroep zodat de hulp snel weer kan worden opgeschaald als dat nodig is. Tenslotte is het ook heel belangrijk dat we als Rode Kruis andere partijen, zoals de overheid, alert maken op het probleem dat er is in de samenleving. Ook zo kunnen we een structurele oplossing mogelijk maken.”

Anders dan gepland

Door COVID-19 lopen sommige dingen net even anders dan was gepland. Sommige zaken zijn vertraagd, maar anderen juist versneld ontwikkeld in de praktijk. Een aantal voorbeelden:

- We hebben programma’s ontwikkeld rondom de basislevensbehoeften om mensen in (dreigende) nood te kunnen helpen. Tijdens deze crisis bieden we de volgende hulp:

  • Medische hulp > Praktische ondersteuning zorginstellingen en groepsquarantaine, vervoer van (mogelijk besmette patiënten), ondersteuning callcenter bij huisartsenpost of GGD, inzameling persoonlijke beschermingsmiddelen, ondersteuning van grootschalig testen op COVID-19 en bron- en contactonderzoek.
  • Psychosociale zorg > Rode Kruis Hulplijn, Let op Elkaar en publieksvoorlichting.
  • Voedselvoorziening > Ondersteuning voedselbanken, uitdelen van voedselpakketten en boodschappenkaarten aan kwetsbare groepen en boodschappen buddies.
  • Onderdak > Opvang dak- en thuislozen als onderdeel en uitbreiding op Bevolkingszorg.
  • Hygiëne > Publieksvoorlichting over o.a. handen wassen.

- Ook hebben we al de nodige stappen gezet om meer zicht te krijgen in wie het ontbreekt aan basislevensbehoeften, zodat we passende hulp kunnen bieden waar nodig. We noemen dit de “radar”. We kijken hierbij regelmatig naar beschikbare gegevens die we toetsen en aanvullen door in contact te zijn met lokale, regionale en landelijke partijen. Uiteindelijk willen we dit ook aanvullen met informatie vanuit de hulpvragers zelf en Rode Kruisers uit het land.

- Ook hebben we al de nodige stappen gezet om meer zicht te krijgen op wie het ontbreekt aan basislevensbehoeften, zodat we passende hulp bieden waar nodig. We noemen dit de radar. We kijken hierbij regelmatig naar beschikbare gegevens, die we toetsen en aanvullen door in contact te zijn met lokale, regionale en landelijke partijen. Uiteindelijk willen we dit ook aanvullen met informatie vanuit de hulpvragers zelf.

Marieke: “Het Rode Kruis draait op dit moment op volle toeren, zowel vrijwilligers als beroepskrachten werken zich een slag in de rondte. Ook in de praktijk blijkt dat we niet alles zelf kunnen en willen doen, maar we zijn juist het best als we samenwerkingen aangaan met partijen die expertise hebben op bepaalde gebieden. Daarom stemmen we met andere organisaties of de overheid af wie welke rol pakt voor COVID-19, verwijzen wij door en starten we hulpverlening op, zoals de Rode Kruis Hulplijn, acties vanuit het Let op Elkaar-netwerk, boodschappen buddies en ondersteuning bij zorginstellingen. Het is de kracht van ons netwerk dat ons ook sterk maakt.”

Proactief en wendbaar

Door onze inzet tijdens COVID-19 laten we al een aantal dingen zien die kenmerkend zijn voor onze aanpak vanaf 2021. En die we voor de langere termijn willen vasthouden:

Iedereen in (dreigende) nood
Wij richten ons op de kwetsbaren die het ontbreekt / dreigt te ontbreken aan basislevensbehoeften. Dit doen wij deels direct, deels via partners, zoals zorginstellingen

Opkomen voor kwetsbaren

Wij bouwen aan een behulpzame samenleving, door oproep voor Ready2Help, maar ook door Let op Elkaar

Proactief, toegankelijk en wendbaar
Door inzet van de hulplijn zijn wij toegankelijk(er) geworden voor diverse doelgroepen. We hebben een goed netwerk en kunnen snel en flexibel opschalen als dat nodig is.

“Wij laten nu zien dat we door onze snelle opschaling en ontwikkeling van nieuwe interventies wendbaar, ondernemend en innovatief kunnen zijn”, zegt Marieke van Schaik. “We zien dat het pro-actief oppakken van signalen onze hulpverlening echt helpt. Dat gebeurt nu door de opzet en de samenwerking intern tussen de districten en disciplines. Door de huidige manier van werken en met het opzetten van de District Actie Centra (DAC) laten we zien elkaar te helpen, te informeren, resultaten te kunnen delen en maken we samen keuzes. We kijken continu welke hulpbehoefte er is en kiezen vervolgens bewust welke vrijwilligers of Ready2Helpers we waar kunnen inzetten. Alertheid en wendbaarheid zijn belangrijke pijlers onder onze nieuwe strategie.”

Hoe nu verder?

In de districten wordt hard gewerkt aan de werkplannen die een basis hebben in de nieuwe strategie. Joke en Marieke spreken samen met MT-leden deze maand hierover met districtsbesturen in heel Nederland. Tot september is er gelegenheid om de werkplannen te maken. Ervaringen vanuit onze inzet voor COVID-19 vormen waardevolle input. Met deze kennis hopen we in het najaar een en ander nog concreter en helderder te hebben, zodat we in 2021 echt samen verder kunnen bouwen aan onze ambitie voor 2025: in tijden van nood staat niemand alleen, door ieder mens die in nood is of dreigt te komen met passende hulp echt verder te brengen.

Meer weten?

Heb je een vraag, suggestie opmerking over de strategie? Stuur dan een mail met je vraag, suggesties of opmerking over de nieuwe strategie naar strategie2025@redcross.nl.

Jaap Kolart is niets te veel

Volop in actie tijdens de coronacrisis: daklozenpvang in Almere, voedselpakketten rondbrengen in Lelystad en ondersteunen bij de coronateststraat in Almere.

Jaap Kolart (61) is actief als vrijwilliger bij Rode Kruis Dronten en bekleedt maar liefst drie functies: jeugdcoördinator, logistiek chauffeur en evenementenhulpverlener. Ook tijdens de coronacrisis wilde hij zich graag nuttig maken. “Ik zit volop in de frontlinie. Elk uurtje dat ik kan, benut ik voor het Rode Kruis. Hoeveel het er zijn geweest weet ik niet. Dat maakt me ook helemaal niet uit. Ik vind het niet nodig om dat bij te houden."

Geen evenementen

“Door het coronavirus lag alles stil, er waren geen evenementen. Ik vond het knap vervelend, dus zei: zet mij maar in! En ik heb me overal voor ingeschreven.” En zo kwam Jaap terecht bij de daklozenopvang in Almere, waar het Rode Kruis een aantal weken ondersteuning bood bij het Leger des Heils. “Ze konden hun eigen pand nog niet in, dus was er een opvang in een sporthal. Dag en nacht waren er twee vrijwilligers van het Rode Kruis om te helpen, soms draaide ik diensten van 8 tot 9 uur achter elkaar. Toen het wat rustiger werd, was er nog maar één vrijwilliger nodig. We voorzagen de mensen van eten, drinken en boden een luisterend oor. Ik vond het leuk om te doen. Die mensen waren blij, dus ik was ook blij. Het is toch mooi dat je wat kunt doen.”

Heftige avond

Tijdens een nachtdienst was er een opstootje tussen twee personen van de opvang. De twee kemphanen kregen een woordenwisseling en dat werd steeds harder. Het lukte de bewaker niet om de boel te sussen, dus greep Jaap in. “Ik heb er eentje meegenomen om met hem te praten. De man was al heel lang in Nederland, maar had helemaal niets. Hij vond het erg wat er door het coronavirus allemaal gebeurde in de samenleving. Zo bijzonder. Hij leeft aan de onderkant van de samenleving, heeft niks en maakt zich druk om anderen. Ongelooflijk dat zulke mensen zich druk maken terwijl ze zelf niets hebben. Die avond is me wel bijgebleven. Daarna heb ik ook even rust genomen en is er passende nazorg aangeboden door het Rode Kruis."

"Aan het einde van de dag kom ik moe thuis, maar wel gelukkig."

Voedselpakketten bezorgen

Na de hulp bij de daklozenopvang, kwam er een nieuwe inzet waar Jaap graag wilde helpen. Hij ging aan de slag bij de Voedselbank in Lelystad. Hier zat men met de handen in het haar, want door de coronacrisis vroegen cliënten veel vaker dan normaal of het pakket thuis afgeleverd kon worden. Het Rode Kruis bood haar diensten aan en bracht vervolgens wekelijks voedselpakketten rond. Een mooie uitdaging voor Jaap en ‘zijn’ Rode Kruis-bus. “Als ik dienst heb, rijd ik samen met een Ready2Helper 18 tot 24 adressen langs om pakketten af te leveren.

Wij zetten de dozen voor de deur. Soms zijn ze best zwaar en wordt er gevraagd of we de doos naar binnen willen brengen. Ik probeer me wel aan de anderhalvemeter afstand te houden. Dan vraag ik of iemand even opzij wil gaan of even buiten wil staan, zodat ik naar binnen kan om het pakket op het aanrecht te zetten. Maar, ik doe het alleen bij mensen die wat ouder zijn of het echt niet kunnen. Daar ben ik heel resoluut in. Er was een vrouw met twee van jongens van 14 en 16 jaar, dus ik zei tegen ze: Til eens even mee, dat kan je best! Met frisse tegenzin pakten die knapen het op en zetten het binnen. De laatste keer belden we aan en toen deed moeder open. Kwam die knaap uit zichzelf aanlopen om het pakket binnen te zetten. Daar doe je het voor. Je helpt niet alleen, maar brengt ze ook nog wat bij. Zo’n moeder wordt daar ook blij van!

"Ongelooflijk dat zulke mensen zich druk maken terwijl ze zelf niets hebben. Die avond is me wel bijgebleven."

Moe, maar voldaan

Tijdens een van die ritten voor de Voedselbank, zag ik een motor om een lantaarnpaal, vrouw op de grond en kind 10 meter verder op de straat liggen. Ik zette de bus neer en ging helpen. Even geruststellen, kijken hoe het met de moeder ging, een praatje met het kind. Even wachten tot de ambuance kwam. Het is gewoon mooi om mensen te helpen. En vervolgens ga je weer verder met het rondbrengen van de pakketten. Aan het einde van de dag kom ik moe thuis, maar wel gelukkig!

Deze week bracht Jaap voorlopig voor het laatst de voedselpakketten rond. Vanwege versoepeling van de maatregelen kunnen cliënten zelf weer naar het afhaalpunt komen om de pakketten op te halen. Inmiddels is Jaap gestart aan een nieuwe klus, bij de coronateststraat van de GGD in Almere.

Handen uit de mouwen in Utrecht

Tekst: Eefje Pieters

Hoewel de ergste piek (voorlopig) achter de rug is, duurt de coronacrisis onverminderd voort. Ook bij het district Utrecht heeft de hulpverlening de laatste maanden volledig gedraaid om het bijstaan van mensen die in welke vorm dan ook te lijden hadden onder COVID-19. De handen werden op vele manieren uit de mouwen gestoken. Een greep uit de hulpverlening van het Rode Kruis district Utrecht!

Halverwege maart, toen de intelligente lockdown zijn intrede deed, zette het Rode Kruis in Utrecht het District Actie Centrum (DAC) op voor hulpverlening rondom het coronavirus. Sindsdien worden hulpvragen vanuit het district Utrecht verzameld, operationele opdrachten voorbereid en uitgevoerd en regionale interventies ontwikkeld.

Let op Elkaar

Naast dat er landelijk de Hulplijn van het Rode Kruis in het leven is geroepen, heeft het district Utrecht – om dit op lokaal niveau te kunnen aanpakken – een belteam ‘Let op Elkaar’ opgezet. Het belteam is zo ingericht dat hulpvragers uit de regio Utrecht die naar landelijke lijn bellen door dit team worden teruggebeld. De hulpvraag komt vaak door mensen zélf, maar ook vanuit hun omgeving. Elke vraag is anders, daarom wordt vervolgens per situatie de benodigde actie ingeschat. Daarbij wordt eerst naar de mogelijkheden binnen het eigen netwerk van de hulpvrager gekeken, zoals buren of familie. Vervolgens komt een eventuele koppeling met een vrijwilliger of Ready2Helper in de buurt aan bod, voor bijvoorbeeld boodschappen of structureel telefooncontact. Vaak blijkt een - soms terugkerend - telefoontje al voldoende om mensen in hun eenzaamheid te verlichten en te voorkomen dat ze eventueel in een noodsituatie komen.

Niet alleen bij de mensen thuis is hulp gewenst, maar ook in verzorgingshuizen zijn vrijwilligers erg welkom. Samen met Ready2Helpers kunnen zij de druk op de verpleging verminderen door te helpen bij de dagelijkse verzorging. Zo werd er in april en mei bij een verzorgingshuis in Leerdam geholpen bij het ontbijt, het aantrekken van steunkousen en door simpelweg praatjes te maken met bewoners. De hulp werd zeer gewaardeerd door zowel de bewoners als de verpleging.

Aan scholen in de regio Utrecht werd bij de heropening hulp geboden door het online hygiënepakket aan te bieden, hiermee werden leerlingen geïnformeerd over verschillende thema’s als handen wassen, afstand houden, let op elkaar en griepvirussen.

Vervoer op maat

Ook in Utrecht reikt ‘coronahulp’ verder dan patiëntzorg of boodschappenhulp; de situatie met de bijbehorende afstandsregels en -beperkingen vraagt ook om aangepast vervoer. Zo worden dak- en thuislozen van opvang naar quarantainelocatie gebracht zodra er een vermoeden van besmetting is én als er geen quarantaineruimte bij de opvang is. Hierin werkt het DAC Utrecht samen met de gemeente en organisaties die dak- en thuislozen overdag en ’s nachts opvangen. Ook ontslagvervoer, oftewel het vervoer van (ex)coronapatiënten van en naar het ziekenhuis, eigen huis, zorghotel of verpleeghuis wordt door deze teams verzorgd. Aangezien niet iedereen een partner heeft die hem of haar daarbij kan ondersteunen is ook hierbij de hulp van het Rode Kruis erg welkom.

Verder dan Utrecht

De hulp vanuit het district Utrecht beperkt zich niet alleen tot de regio. Nederlandse toeristen die gestrand waren op een Italiaans cruiseschip zijn na aankomst in Nederland vanuit Amersfoort via meerdere busjes naar verschillende delen in het land gebracht. Ook bracht Johan Boersen, vrijwillig chauffeur bij het Rode Kruis Amersfoort-Eemland, onlangs een coronapatiënt uit het ziekenhuis in Utrecht terug naar huis in Weert. Hij was wegens de overbelasting van ziekenhuizen in Utrecht terechtgekomen, en kon nu door de besmettingsrisico’s door niemand worden opgehaald. Bij de bosbranden in Herkenbosch in april werd hulp ingeschakeld bij de evacuatie vanuit de regio Utrecht. Twee collega’s hebben geholpen bij het vervoer van zo’n 800 bewoners die moesten worden ondergebracht bij zestien verschillende locaties. Doordat het duo een bus met lift had, konden zij ook bewoners die in een rolstoel zaten of slecht ter been waren goed helpen.

Voedselhulp

Waar de deelnemers van de voedselbank Utrecht-Oost normaal gesproken elke zaterdag in het Rode Kruis gebouw op de Koningsweg hun pakket komen ophalen, was dat in tijden van corona geen optie. Het Rode Kruis is dan ook al snel begonnen met het thuisbezorgen van voedselpakketten bij een veertigtal Utrechtse huishoudens om zo de voedselbank te ondersteunen. Zo kwam het eten toch bij de deelnemers terecht en werd er voorkomen dat een groep mensen bij elkaar kwam. Op 30 mei is deze inzet beëindigd, sindsdien organiseert de voedselbank de uitgifte zelf weer.

Onlangs is ook gestart met het uitdelen van voedselbonnen aan verschillende organisaties en stichtingen, die dit weer gaan verdelen aan degenen die dit nodig hebben, zoals bijvoorbeeld ongedocumenteerden, vluchtelingen of daklozen. Ook worden er voedselpakketten uitgedeeld aan mensen die niet in aanmerking komen voor hulp van de voedselbank, maar door de coronacrisis wel in de situatie zijn beland dat ze geen voedsel meer kunnen kopen.

De vrijwilligers en beroepskrachten van de afdelingen en het district Utrecht hebben zich vanaf het begin van de coronacrisis ontzettend toegewijd aan de hulpverlening aan de meest kwetsbare mensen van de regio Utrecht. Een mooi voorbeeld van lokale hulp en samenwerking op het moment dat dat het hardst nodig is.

COVID-19 testlocatie Koningsweg geopend

Om de GGD te ondersteunen bij het testen op COVID-19 in de zogenoemde teststraten, heeft het DAC Utrecht een testlocatie opgezet in de garage op de Koningsweg. Daar kunnen inwoners van de regio Utrecht zich laten testen op COVID-19. Vrijwilligers van het Rode Kruis zullen deze testlocatie (mede) bemannen. Andere ondersteuning die geboden wordt aan de GGD is het helpen bij het bron-en contactonderzoek van COVID-19 positief geteste patiënten.

Drie bijzondere zorghelden

Ashraf, Kashif en Hisham: van AZC tot ziekenhuis

Tekst: Renée de Leau

Rotterdam - Rijnmond is een actief district. Honderden vrijwilligers en Ready2Helpers zijn dagelijks actief tijdens deze coronacrisis. In dit artikel lees je het bijzondere verhaal van de drie zorghelden uit AZC's die zich inzetten voor het Ikazia Ziekenhuis in Rotterdam.

De afgelopen vier weken hebben twee bewoners van asielzoekerscentra (azc’s) zich ingezet als hulpverlener bij het Ikazia Ziekenhuis in Rotterdam. Wegens de druk op de zorg tijdens de coronacrisis is er een groep bewoners met een medische achtergrond in aanmerking gekomen om hulp te verlenen voor het Rode Kruis. Waar de vrijwilligersperiode voor Ashraf en Kashif tot een eind komt, is deze voor Hisham net begonnen: hij neemt het stokje voor de komende vier weken van hen over als Ready-to-helper voor het Rode Kruis.
Op het moment dat we aankomen bij het Ikazia ziekenhuis, zien we de drie mannen al staan voor de entree. Hun monden zijn met mondkapjes bedekt, maar hun ogen lachen ons toe. Het zijn Ashraf, Kashif en Hisham: drie vrijwilligers met ieder jarenlange ervaring in de zorg. Wij kregen de kans om hen te spreken over hun ervaringen en verwachtingen en om te luisteren naar hun bijzondere verhalen.

Zichtbare passie voor de zorg

Het is mooi om de bereidheid, motivatie en zekerheid van de mannen in hun manier van handelen te zien. De passie voor werken in de zorg is zichtbaar voor het hele team: iedere kans om iemand te helpen grijpen de mannen met beide handen aan.
De drie heren werken in het Ready-to-help-team dat patiënten en bezoekers opvangt en begeleidt bij hun ziekenhuisbezoek. Ze helpen onder meer bij het separeren van patiënten door eventuele coronasymptomen te signaleren en meten de temperatuur van bezoekers. Daarnaast zorgen ze ervoor dat persoonlijke spullen van patiënten en familie worden overgenomen en goed terecht komen.

Terug bij het Rode Kruis

We spreken Ashraf Zedane (30), een man van Syrische komaf met een achtergrond in medicijnen. Zijn ervaring bij het Rode Kruis begon niet in Nederland, maar in Syrië, waar hij in 2009 startte als hulpverlener. Zijn hulpverlenende functie kreeg tijdens de crisis in Syrië een ingrijpende wending: Ashraf belichaamde een sleutelrol als eerste hulpverlener in noodgevallen, voornamelijk met betrekking tot het aannemen en leveren van humanitaire hulp van het Rode Kruis aan Syrië.
Ashraf ziet zijn loopbaan bij het Rode Kruis niet als iets waar hij destijds is uitgestapt, maar verwoord zijn ervaring op een mooie manier: “We zijn uiteindelijk allemaal één verenigde organisatie. Het werk wat ik hier mag doen is enkel een voortzetting van mijn tijd bij het Rode Kruis in Syrië”, licht hij toe. “Het voelt erg goed om terug te zijn.”

“Ik merk het weer nu ik hier sta. Ik heb gevoel voor patiënten en weet hoe ik met hen om moet gaan. Dit is eigenlijk mijn werk, dit kan ik goed.”

Een kans om te helpen

De goedlachse Kashif Charles (35) heeft ruime ervaring als verpleegkundige bij de ambulance in zijn geboorteland Pakistan. Voor de coronacrisis was Kashif werkzaam als kok in een Nederlands eetcafé in Emmeloord, maar dat ligt helaas nu even stil. Toen het Centrale Orgaan opvang asielzoekers (COA) professionals zocht om tijdelijk te helpen in de zorgsector, was de keuze om te helpen voor Kashif vlug gemaakt. “Nu alle restaurants dicht zijn en er is een manier waarop ik kan helpen, dan wil ik dat ook graag doen”, licht hij toe.

Kashif is blij met zijn huidige werkgever en zijn baan in de horeca door de zekerheid die het hem biedt, maar het is een hele andere wereld dan de zorg. “Ik merk het weer nu ik hier sta. Ik heb gevoel voor patiënten en weet hoe ik met hen om moet gaan. Dit is eigenlijk mijn werk, dit kan ik goed.”

Hulp bij de eerste stap

De vrijwilliger die vandaag bij het Ikazia ziekenhuis zal starten, is de 41-jarige Syriër Hisham Ewit. Hisham heeft een indrukwekkende achtergrond en werkervaring in medicijnen. Vlak voordat hij in december vorig jaar vanaf de Verenigde Arabische Emiraten naar Nederland kwam, had hij een managementfunctie in de zorg. Hij zou heel graag zijn zorgcarrière in Nederland doorzetten.
Hisham geeft aan dat hij erg blij is met het initiatief van het COA om bewoners van azc’s te koppelen aan hulporganisaties. Een poging die hij op eigen kracht waagde om zijn ruime zorgervaring in te zetten mocht jammerlijk niet baten. Door deze kans is hij weer erg positief gestemd: “Ik heb er heel erg veel zin in. Het is echt veel beter dan thuis zitten.”

Hisham’s verhaal heeft raakvlakken met dat van Ashraf. Ook Ashraf is erg blij met het initiatief, maar vertelt tevens dat dit de eerste echte mogelijkheid voor bewoners van azc’s was om te helpen, terwijl er genoeg bewoners zijn die zich aanbieden en tijd hebben. Ashraf denkt dat mogelijke barrières voor organisaties om azc-bewoners in dienst te nemen uit de weg gegaan kunnen worden door verwachtingen helder naar iedereen te communiceren: “Het gaat vooral om het maken van die eerste stap. Het zou bijvoorbeeld fantastisch zijn als er mensen van verschillende organisaties naar het azc zouden komen om de bewoners te vertellen over welke hulp er nodig is.” Voor de toekomst valt er, wat Ashraf betreft, nog veel te behalen op het gebied van het inzetten van vluchtelingen voor vrijwilligerswerk: “We hebben zoveel mensen in azc’s die echt heel erg bereid zijn om te helpen, ik geloof dat iedereen daar het zou willen en zou kunnen.”

Verschillende zorgsystemen

De drie mannen merken ieder duidelijke verschillen op tussen het Nederlandse zorgsysteem en het systeem dat zij gewend zijn. De verschillen die de mannen aankaarten zijn voornamelijk gericht op de grote mate van geordendheid en regelgeving van ons systeem. “Je merkt dat zaken hier georganiseerder zijn en mensen kunnen altijd hulp krijgen van goede kwaliteit”, licht Ashraf toe.
Alle drie de heren zijn positief over het Nederlandse zorgsysteem. Wel geven ze stuk voor stuk aan dat het even tijd nodig heeft om deze manier te leren begrijpen, maar ze zijn erg gemotiveerd om dit begrip verder te ontwikkelen.

Beheersing van de taal

Buiten ervaring in de zorg als investering in hun carrière, zien alle drie de mannen deze periode tevens als uitgelezen kans om de Nederlandse taal beter te beheersen. Door veel met patiënten, naasten en andere hulpverleners te praten merken zij dat hun begrip en het spreken van de taal erg vooruit gaat.

Het is natuurlijk Hisham zijn eerste dag, maar hij heeft al wel bepaalde verwachtingen: Hisham denkt veel te gaan leren over het Nederlandse zorgsysteem, wat hem ervaring kan geven die hij nodig heeft voor zijn toekomstige carrièrestappen: “Ik zie het als een goede gelegenheid om al doende te leren over de Nederlandse maatschappij, cultuur en het zorgsysteem”, legt Hisham uit.

Kashif heeft door zijn werk in de horeca en zijn taallessen al een goede beheersing van de Nederlandse taal. Voor Kashif is het echter van belang dat hij met Nederlanders werkt en omgaat in een zorgcontext. De zorg-terminologie die hij gedurende zijn tijd bij het Ikazia ziekenhuis oppikte, kan hij goed gebruiken in zijn verdere loopbaan.

Toekomstplannen

De mannen zijn na hun periode bij het Ikazia een ervaring in de Nederlandse zorg rijker. We merken aan alles dat hun manier van werken en aanwezigheid deze maand zeer gewaardeerd werd. Na een verplichte quarantaineperiode van twee weken zullen de mannen ieder weer terugkeren naar hun woonplaats en bouwen zij verder aan hun toekomst. Kashif wil een opleiding gaan doen om het Nederlandse zorgsysteem beter te leren begrijpen en de Nederlandse taal nog beter onder de knie krijgen. Na zijn periode bij het Rode Kruis zal hij de chef in het restaurant weer bijstaan, maar zijn werkelijke passie ligt in de zorg. “Ik pak het liefst mijn oude werk weer op- dat is wat ik het liefst doe en dat is wat ik echt goed kan.” Hisham is pas vijf maanden in Nederland, maar is van plan zo snel mogelijk weer in de zorg te kunnen werken. Hij wil meer werkervaring opdoen waar mogelijk, hard werken aan de taal en tevens een opleiding volgen.

De visie en missie van Ashraf voor de toekomst is erg relevant voor de huidige situatie: hij wil zijn kennis en ervaring inzetten om te werken aan de manier hoe de wereld in de toekomst zou moeten omgaan met het bestrijden van een pandemie. “Het is enorm zonde dat er nu zo veel mensen besmet zijn, maar er nog geen vaccin is”, legt hij uit. Volgens Ashraf zou de distributie van gegevens over het virus in deze tijd vele malen gecoördineerder moeten kunnen en hij is van plan hier een verschil in te maken. De eerste stap om deze missie te verwezenlijken is gezet: Ashraf begint binnenkort aan een masteropleiding Information Management in Tilburg.

Omdat twee van de drie respondenten enkel Engels spraken zijn hun citaten vertaald naar het Nederlands door de auteur.

Ruim dertigduizend uren hulp verleend in de Hofstad

"Hartelijk dank en graag gedaan"

Honderden Rode Kruis-vrijwilligers en Ready2Helpers zetten zich vanaf het begin af aan in om te helpen de coronacrisis te bestrijden. Het District Actie Centrum Haaglanden (DAC) inventariseert en coördineert de lokale hulpvragen en de inzet van vrijwilligers. Onder leiding van Leon Janssens zijn er al meer dan dertigduizend uren door vrijwilligers gedraaid in dit district.

Een greep uit de vele interventies: ondersteuning van lokale ziekenhuizen en huisartsenposten, het inpakken en uitdelen van voedselpakketten, ritten naar de prikpoli’s, boodschappen voor kwetsbare mensen en het faciliteren van bezoek bij verpleeghuizen.

Verbroedering

Vaak naast hun eigen baan staan de Rode Kruisers paraat. Omdat ze goed willen doen. Omdat ze willen helpen, nu hulp zo nodig is. Ze zijn niet voor niets vrijwilliger geworden bij de grootste noodhulporganisatie van Nederland. Opvallend is het onderlinge enthousiasme en betrokkenheid. Het geeft een gevoel van verbroedering.

“De inzet door alle vrijwilligers en Ready2Helpers fascineert mij enorm. Iedereen zet zich belangeloos in voor de samenleving, bij de inzetten voel je de verbroedering. Deze crisis maakt helaas veel slachtoffers, maar ik kan echt iets betekenen voor anderen. Dit motiveert mij om het werk voor DAC te blijven doen, om mij in te blijven zetten voor het Rode Kruis”, zegt één van de vrijwilligers.

Waardering

Het werk blijft niet onopgemerkt. Om vrijwilligers te bedanken maakt Heilder, een Haags animatiebureau, een mooie bedankvideo. Omdat ze het zo bijzonder vinden wat de Rode Kruisers allemaal doen in Den Haag en omgeving.

“De combinatie van heel goed kunnen organiseren en een hefboom zijn op een enorm groot aantal vrijwilligers, dat brengt die wondertjes tot stand. En dat is prachtig om te zien.”

Onder de indruk

Ook onze premier Mark Rutte was onder de indruk van de tomeloze inzet van onze vrijwilligers in tijden van corona. Hij bracht een bezoek aan het Haagse Rode Kruis, waar het DAC is gevestigd tijdens de pandemie. “De combinatie van heel goed kunnen organiseren en een hefboom zijn op een enorm groot aantal vrijwilligers, dat brengt die wondertjes tot stand. En dat is prachtig om te zien.” aldus de premier. Een mooi compliment dat bedoeld is voor alle Rode Kruisers.

Tot slot toonde minister Hugo de Jonge zijn belangstelling voor de opening van een nieuwe corona-testlocatie in regio Haaglanden. Vrijwilligers van het Rode Kruis ondersteunen structureel de GGD bij het afnemen van coronatesten, waardevol en relevant.

Anderen helpen

Natuurlijk is onze belangrijkste drijfveer andere mensen helpen, maar we zullen niet ontkennen dat het ook heel fijn is dat het ook gezien en gewaardeerd wordt. “Hartelijk dank en graag gedaan”, namens alle vrijwilligers en Ready2Helpers van het Nederlandse Rode Kruis!

Helpen in een ander district

Harwin en Thera schieten anderen te hulp

In sommige districten zijn er minder hulpvragen dan in andere. Dat was geen reden voor vrijwilligers Harwin en Thera om rustig thuis af te wachten. Zij besloten te gaan helpen in andere delen van het land waar hun hulp meer dan welkom was.

Harwin draaide nachtdiensten in zorghotel in Apeldoorn

“Mijn nachtdienst in het zorghotel was wel wat ik ervan had verwacht. Ik had van tevoren ook gebeld om meer informatie te vragen. Dat raad ik iedereen aan die zo’n inzet wil doen. Net zoals iets te eten meenemen en een laptop of een boek. Er gebeurt niet zoveel in een nachtdienst, die het Rode Kruis trouwens afwisselt met de brandweer.

In het zorghotel lagen tijdens mijn inzet acht demente patiënten. Tijdens nachtdiensten slapen die, dus heb je er niet zoveel werk aan. Als ze wakker worden, dan is er een verpleegkundige. Die werkt in de rode zone en heeft een heel pak aan. Omdat de Rode Kruiser in de groene zone zit, kan hij iets pakken als het moet. Zo kan de verpleegkundige op de afdeling blijven in het pak.

In mijn twee nachtdiensten moest ik een keer de rode zone in. Dat is wel wennen. Eerst moet je je helemaal aankleden en in de groene zone gaat alles weer uit. Dat moet heel precies. In de inzetbrief is dat heel duidelijk uitgelegd. In het zorghotel hingen ook heel veel plakkaten met instructies. De verpleegkundige heeft veel ervaring met PBM’s, dus die kon ik altijd vragen stellen.

Ik kon alles vergeten wat ik bij Evenementenhulp had geleerd. Dit was eigenlijk meer een Bevolkingszorg-inzet. Ik was daar niet voor de medische kant, maar echt voor ondersteuning en de sociale kant. Voor de inzet heb ik een online cursus gevolgd over omgaan met dementie. Die zouden alle Rode Kruisers moeten volgen.

Mijn opleiding is nu vooral online en daarom kon ik die nachtdiensten goed inplannen. Ik overweeg er nog meer te doen. Ik zie wel of ik nog nodig ben."

Harwin, 19 jaar, EHV’er, BZ’er en biker in Deventer, 1,5 jaar Rode Kruis.

Thera hielp in verpleeghuizen en bij huisartsen in Rotterdam

"Van donderdag tot woensdag heb ik geholpen in Rotterdam. Ik heb meerdere diensten gedraaid. Zo hielp ik in verpleeghuizen en bij een huisartsenpost. Ik studeer verpleegkunde dus ik wist wel wat ik kon verwachten, toch was het zwaarder dan ik had gedacht.

De diensten in de verpleeghuizen draaide ik in PBM’s. Die pakken zijn warm! Het was best moeilijk om te zien dat hele zieke mensen en minder zieke door elkaar lagen. De afdelingen waren uit de grond gestampt en er was weinig privacy. Emotioneel is het best zwaar. Daarom had ik ook een telefoonnummer gekregen als ik met iemand wilde praten.

Omdat ik zelf verpleegkunde studeer, kon ik goed helpen. Voor de verpleegkundigen daar was het trouwens ook nieuw. Iedere keer werkte ik met iemand anders. Dat was heel leuk, want lekker afwisselend.

Ik kon overnachten in een hotel. Dat was goed geregeld. Ontbijt was inbegrepen en ik kreeg twintig euro eetgeld voor lunch en diner. Omdat alle restaurants dicht waren, was het wel even zoeken voor avondeten. Gelukkig kon ik afhalen. En anders was er altijd nog de supermarkt.

Je ziet over corona op tv, en je hoort wel wat, maar om het echt mee te maken is toch anders. Fijn om te mogen bijdragen. Misschien ga ik opnieuw helpen, maar dan wel dichterbij bij huis. Rotterdam is wel ver weg van vrienden en familie."

Thera Heijerman, 21 jaar, EHV’er in Enschede, 2 jaar Rode Kruis

"Je ziet over corona op tv, en je hoort wel wat, maar om het echt mee te maken is toch anders."

Flexibele Jasper draait veel verschillende inzetten

Door: Nicole Mooten

Jasper Nales van de afdeling Arnhem (district Gelderland Midden) heeft tijdens de coronacrisis veel verschillende inzetten gedraaid. Hij hielp bij de Voedselbank, bij de GGD teststraat en coronahotel in Roermond. Bij elkaar wel meer dan 100 uur. Jasper is nog steeds enthousiast en vertelt graag wat hij heeft meegemaakt.

Bij de GGD teststraat in Arnhem is Jasper vandaag bezig met zijn 11de dienst. “In het begin was het wel een beetje pionieren. Maar we hebben nu een goed werkend systeem. De maximale capaciteit van de teststraat is 345 tests per dag en zoveel afspraken zijn er ook wel. Het is een lekker drukke en afwisselende inzet. We hebben hier geen tijd voor social talk, het contact is vooral kort en zakelijk om een goede en vlotte doorstroom te garanderen. Dit lijkt in te druisen tegen het Rode Kruis-gevoel om mensen vooraf gerust te stellen door sociaal te zijn, maar mensen en vooral hen die met hun gezin komen, wil je niet te lang in de auto laten wachten. Veiligheid en welzijn van iedereen staat voorop, daarna de vlotte doorstroom. De opdrachtgever, de GGD, is leading. Wij draaien. Ook al is het eerste contact ogenschijnlijk kort en onpersoonlijk, wij kijken ook in voertuigen die komen aanrijden. Geen social talk, wel social control. Mensen die echt beroerd of slecht ter been zijn, krijgen een andere plek in de straat, zodat ze weer vlot weg zijn.”

"We hebben hier geen tijd voor social talk, het contact is vooral kort en zakelijk om een goede en vlotte doorstroom te garanderen."

Voorlezen

Voor deze inzet draagt Jasper geen beschermende kleding, want hij komt niet in direct contact met mogelijk besmette mensen en houdt 1,5 meter afstand. Dat was wel anders bij het coronahotel in Roermond waar hij ook diensten draaide. “Hier werden mensen met corona opgevangen die te goed waren voor het ziekenhuis maar te ziek om het thuis te kunnen redden. We werkten volledig beschermd, maar die procedures ken ik wel vanuit mijn achtergrond bij defensie. Onder leiding van een arts en verpleegkundigen hielpen we onder andere met eten en drinken klaarmaken en uitdelen, bedden verschonen en urineren.” Wat maakte de meeste indruk op Jasper? “We hebben daar zelfs post van familie voorgelezen. Het vasthouden van een brief was voor sommige mensen dus al te zwaar. Ik heb daar echt gezien wat het virus met je doet. Dat voorlezen heb ik overigens zelf niet gedaan. Dat kwam voor mij te dichtbij. Het blijft belangrijk om op gepaste afstand te blijven van je gevoel.” Jasper heeft tijdens zijn diensten in het zorghotel veel geleerd. “Dit was andere koek dan EHBO draaien bij een evenement.”

“Dit is hulp zoals hulp bedoeld is."

De Voedselbank

Jasper hielp ook bij de Voedselbank in Arnhem. “Dat vond ik heel dubbel. Je ziet veel ellende maar je maakt ook mensen blij. Er zijn veel mensen door de coronacrisis in serieuze problemen gekomen. Die mensen kwamen hiervoor niet bij de Voedselbank. Ik kreeg soms een brok in mijn keel als mensen helemaal opgelucht de Voedselbank verlieten met eten voor een hele week. Maar je moet er nuchter instaan. We hebben in Nederland een hoge levensstandaard en ondanks de bezuinigingen is onze gezondheidszorg op een goed niveau. Eens in de zoveel tijd komt er een ramp als deze voor en dan moet je niet bij de pakken gaan neerzitten maar de handjes uit de mouwen steken. Voor mij is dat prio 1!”

Eind goed, al goed

Hij heeft het precies bijgehouden: tijdens de coronacrisis heeft hij al 110 uur inzetten gedraaid voor het Rode Kruis. En dat deed hij met plezier. “Dit is natuurlijk wel even wat anders dan een pleister plakken bij een volleybalwedstrijd. Dit is hulp zoals hulp bedoeld is. En daar maak ik mezelf graag voor vrij.” Hoe kijkt hij straks terug op de afgelopen maanden? “Het is een bijzondere tijd met veel verdriet, maar zeker ook met genoeg mooie momenten. Als ik weer ‘gewoon’ aan het werk kan, dan is het voor mij goed, dat betekent dat alle ellende voorbij is.”

10 dingen die je niet mag missen

Wist je dat ...

1

... het van 21 juni tot en met 27 juni weer Rode Kruis Collecteweek is? Dit jaar iets anders dan andere jaren i.v.m. de coronacrisis. Geen collecte aan de deur, maar een digitale variant en die is nu van start! Wil jij ook digitaal collecteren óf doneren aan een van de collectanten? Kijk dan op rodekruis.digicollect.nl. Voor iedereen die gaat collecteren of flyers gaat rondbrengen: veel succes en plezier! We gaan voor een mooie opbrengst.

2

....er op intranet een speciale site is ingericht met alles over het coronavirus? Zo vind je er bijvoorbeeld een actuele update die dagelijks wordt bijgewerkt, veelgestelde vragen, documenten en communicatiemateriaal. Ook staan daar de links om de webinar(s) met Marieke van Schaik en Joke van Lonkhuijzen - Hoekstra terug te kijken.

3

... de Rode Kruis Hulplijn inmiddels 21.267 hulpvragen heeft ontvangen? Op dit moment gaan de meeste vragen over eenzaamheid en angst. Vrijwilligers van de hulplijn bieden graag een luisterend oor. Ook via Whatsapp en spraakberichten worden mensen geholpen. Niet alleen in het Nederlands, maar in het Marokkaans-Arabisch, Tamazight en Chinees. Binnenkort hopen we ook bereikbaar te zijn voor arbeidsmigranten uit Oost-Europa.

4

... tijdens de Ledenraad van 6 juni 2020 het jaarverslag van 2019 is goedgekeurd? Je kunt het jaarverslag bekijken op onze website. In 2019 stonden ruim 14.000 vrijwilligers en meer dan 41.000 Ready2Helpers dag en nacht paraat om slachtoffers te evacueren en medisch te ondersteunen. We steunden en versterkten onze zusterverenigingen, zodat er lokaal snel passende en duurzame hulp geboden konden worden. We besteedden € 53 miljoen aan internationale hulp.

5

... ​​vanaf het begin van de coronacrisis onze hulpverleners overuren draaien om de meest kwetsbaren te helpen en zorgpersoneel te ondersteunen. Om dat lange tijd vol te houden is giro 7244 geopend, zodat mensen met een gift onze hulpverlening in Nederland, het Caribisch gebied en op kwetsbare plekken wereldwijd kunnen steunen.

6

.... we misschien wel op zoek zijn naar jou? In deze bijzondere tijden is het fijn als we een beroep op elkaar kunnen doen. Voor diverse projecten hebben we mensen nodig die verschillende talen spreken. Graag doen we een inventarisatie wie welke taal spreekt. Klik hier om te laten weten welke taal jij kan spreken, lezen en schrijven.

7

....er een nieuwe (en handige!) gadget in de brandstore van het Rode Kruis te krijgen is? Met de hygiëne-sleutel kan je deuren openen en knoppen indrukken zonder direct contact met de handen. Dankzij de sleutelring is het product ook makkelijk te bevestigen aan je sleutelbos. Voorzien van het Rode Kruis-logo en voor slechts 1,11 euro hier te verkrijgen.

8

...Manon Leijten door de ledenraad is benoemd tot toezichthoudende bestuurder van het Nederlandse Rode Kruis. Leijten is bestuurder bij de Autoriteit Consument en Markt. Eerder werkte zij onder meer als Secretaris Generaal bij het ministerie van Financiën en was zij Directeur Generaal Algemene Bestuursdienst bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

9

... we graag van je weten hoe het met je gaat in deze coronatijd? We leren graag aan welke ondersteuning jij behoefte hebt, zoals de informatiefolder voor hulpverleners. Het maakt niet uit of je nu wel of niet bent ingezet als hulpverlener tijdens de coronacrisis, jouw antwoorden zijn zeer waardevol! Je kunt hier de vragenlijst invullen.

10

... er voor alle Rode Kruisers een toolkit beschikbaar is om aan de slag te gaan met teambuilding en talentontwikkeling van (jonge) vrijwilligers. De toolkit bestaat uit het Rode Kruis Vrijwilligers-spel “Face to Face, een Coachhandboek “Begeleiden en coachen van (jonge) vrijwilligers” en een inspiratiedocument “De jonge Rode Kruis-vrijwilliger”.

Peter brengt genezen coronapatiënten weer thuis

Rode Kruis-vrijwilliger Peter Maks vervoerde voor het eerst een patiënte die genezen was van corona. Omdat de vrouw op leeftijd is en haar man ook niet naar buiten mag nu, zorgde het Rode Kruis voor het vervoer van Boxtel naar Den Bosch. “Die dame huilde bijna van geluk dat ze weer naar buiten mocht.”

Ook al is de vrouw weer gezond verklaard, Peter en zijn collega nemen het zekere voor het onzekere als ze patiënten ophalen. Ze melden zich bij de corona-afdeling van het ziekenhuis in Boxtel, gekleed in beschermende pakken inclusief mondkapje, haarnetje en handschoenen. Toch schrikt Peter als de liftdeuren opengaan. “De mevrouw in de rolstoel, die we kwamen halen, was normaal gekleed. Maar omdat de verpleegkundigen die haar begeleidden ook allemaal met van die pakken aan rondliepen, zag het er heel surrealistisch uit. We beseften toen nog maar eens hoe serieus dit is.”

De vrouw is helemaal blij dat ze naar buiten mag. Ze rijden haar rolstoel in de auto en gaan op weg van het ziekenhuis in Boxtel naar haar seniorenwoning in Den Bosch. Peter heeft het niet gevraagd, maar hij schat haar eind zeventig. Onderweg blijft ze herhalen hoe dankbaar en blij ze is dat ze het allemaal goed heeft doorstaan. Wanneer ze de rolstoel uitladen wil ze Peter en zijn collega een hand geven. “Ik zei: vrouwke, dat mag niet. En ze wilde me een knuffel geven. Kijk, mijn hart zegt ja. Maar mijn verstand zegt dat ik het niet moet doen. Dat zijn de mooie maar ook gelijk de moeilijke momenten van die ritten.”

“Ik heb de stoute schoenen aangetrokken en ben met mijn collega naar de bouwmarkt gegaan."

Partner in risicogroep

Het Rode Kruis is gevraagd om mensen vanuit het ziekenhuis naar huis te brengen. Veel ouderen hebben een partner in de risicogroep, waar ze dus geen beroep op kunnen doen. En niet iedereen heeft familie om op terug te vallen.

Middenin de brandhaard

In Brabant kon het Rode Kruis niet meteen op volle toeren draaien, omdat de uitbraak daar begon, legt Peter uit. Hij werd zelf ook ziek. Of het corona was weet hij niet, maar hij had wel veel van de verschijnselen. Over besmettingsgevaar en de risico’s was ook nog een hoop onduidelijk. “In Brabant zaten we middenin de brandhaard. Je kunt wel boodschappen gaan doen voor anderen of ze gaan vervoeren, maar je moet ook goed op je eigen veiligheid en die van anderen letten. Anders maak je het alleen maar erger.”

In orde en ontsmet

Toen de eerste verzoeken kwamen vanuit het ziekenhuis zijn Peter en zijn collega’s direct aan de slag gegaan om een auto gereed te maken. De bestelwagen waar ze normaal mee rijden was niet geschikt. “Ik heb de stoute schoenen aangetrokken en ben met mijn collega naar de bouwmarkt gegaan. Daar legden we uit wat we nodig hadden aan spullen en we kregen van alles mee.” Zo moest er een wand van plexiglas in de auto worden geplaatst om de patiënten van de chauffeurs te scheiden. Ook moest er een rolstoel in kunnen. “Mijn collega heeft de auto toen in twee dagen helemaal in orde gemaakt.” Na het vervoer van patiënten wordt deze iedere keer helemaal schoongemaakt en ontsmet, zodat die weer klaar staat voor een eventueel volgend vervoer.

"Het zag er heel surrealistisch uit."

Hereniging

De patiënte in de rolstoel wordt keurig thuisgebracht. In de hal van het complex in Den Bosch waar de vrouw woont staat een thuiszorgmedewerkster haar op te wachten. Daar nemen ze afscheid van de vrouw. Ze zal pas boven herenigd worden met haar man. Die mag zelfs hier niet naar beneden komen om zijn vrouw te ontvangen. Ook hij zit al weken binnen, vanwege de corona-maatregelen.

Goed gevoel

Peter houdt er een goed gevoel aan over. “Het is mooi dat wij dit kunnen doen. Alleen al het gezicht van die vrouw. Daar word je zo blij van. En daar doen wij het als Rode Kruis natuurlijk voor. Om mensen blij te maken.”

Inzet Herkenbosch; een knap stukje samenwerking

Rode Kruisers uit het hele land springen bij

Naast Brabant is ook Limburg hard getroffen door het coronavirus. De vrijwilligers uit de regio Noord- en Midden- Limburg en buurdistricten draaiden al weken 24-uursdiensten om het coronahotel in Roermond te ondersteunen. En toen brak er een natuurbrand uit in omgeving Herkenbosch. De brandweer had moeite de brand onder controle te krijgen en de koolmonoxidewaarden in de omgeving liepen gevaarlijk hoog op. De Veiligheidsregio doet op dinsdagavond een vooralarmering en neemt contact op met de piketdienst van het Rode Kruis. Er moeten mogelijk zo’n 4200 mensen geëvacueerd worden, waarvan 800 mensen door het Rode Kruis. Het wordt de grootste inzet sinds de vluchtelingencrisis. Lees hier het verslag van Cor Koolen, hoofd Noodhulpteam Limburg en Noura Assakkali – Elkasmi, Vrijwilligersmanager van het district Noord- en Midden-Limburg, die bij deze operatie een belangrijke rol gespeeld hebben.

De voorbereidingen

Vanuit zijn vakantieverblijf in Gelderland krijgt Cor op dinsdagavond omstreeks 20.45 uur een telefoontje van Noura. Misschien is ondersteuning van het Rode Kruis nodig bij de evacuatie van het dorp Herkenbosch. Cor twijfelt niet en stapt direct in de auto. In Limburg aangekomen is het inmiddels een feit; het dorp moet geëvacueerd worden. Het Rode Kruis-gebouw van Roermond, vlakbij Herkenbosch, wordt ingericht als crisiscentrum. Alle vrijwilligers van Bevolkingszorg, Noodhulp en Evenementenhulp in de omgeving worden opgeroepen. Ondertussen is de locatie Roermond (200 bedden) en Logistiek (600 bedden) ook al ingeschakeld om de benodigde 800 bedden, die grotendeels aanwezig zijn in het magazijn in Loenen, in te laden. En de Verbindingsdienst is opgeroepen om communicatie met het crisiscentrum mogelijk te maken. Omstreeks 00.30 zijn zo’n 60-70 vrijwilligers in het crisiscentrum aanwezig. Ze hebben alles uit hun handen laten vallen waar ze mee bezig waren, zijn naar Roermond gekomen en ze zijn klaar om midden in de nacht te werken aan het gereed maken van de opvanglocaties. Er worden koppels gevormd die naar de 16 verschillende locaties worden gestuurd. Op iedere locatie moet onderdak geboden kunnen worden aan 50 personen, uiteraard volgens de richtlijnen van het RIVM. Al omstreeks 2.00 uur zijn alle locaties klaar voor de opvang.

De nacht doorwerken

Voor de volgende ochtend moeten nieuwe shifts vrijwilligers geregeld worden. Vrijwilligers uit de andere districten schieten te hulp. Rond een uur of 7 wordt de eerste shift afgelost. Cor gaat naar huis om uit te rusten. Als hij omstreeks 13.00 uur weer in het crisiscentrum komt, ziet hij dat sommige mensen uit de eerste shift die de hele nacht hebben doorgehaald, nog steeds bezig zijn, vol adrenaline. Hij stuurt ze naar huis om te rusten. Ook anderen uit het crisisteam waaronder de Coördinator Noodhulp, planners en inzetleiders hadden de hele nacht doorgewerkt. Noura probeert op het centrum te slapen, maar dat lukt niet en ze gaat weer door. De volgende shift begint om 15.00 uur en tot Cors vreugde en verbazing ziet hij weer dezelfde gezichten als in de nacht. De vrijwilligers zijn enorm gemotiveerd en lijken onvermoeibaar. Om mensen en materialen te vervoeren worden er busjes beschikbaar gesteld door andere districten. In totaal rijden er zo’n 10 diensten rond met speciale COVID-19 bussen vanuit andere districten, die worden ingezet voor coronaverdachten. Deze personen worden in het zorghotel of bij familie in quarantaine ondergebracht. Uiteindelijk worden zes van de 16 locaties met evacuees gevuld.

Gemoedelijke sfeer

Als Cor op donderdagochtend op bezoek gaat bij een van de locaties is de sfeer gemoedelijk. Mensen zitten op veilige afstand van elkaar gezellig met een krantje en een kopje koffie te wachten op het sein dat ze weer naar huis mogen. De sfeer is ontspannen; hun huizen lopen gelukkig geen gevaar. Ze maken onderling grapjes en het is eigenlijk best gezellig. Ze zijn de vrijwilligers van het Rode Kruis heel dankbaar voor hun hulp. In de loop van de middag is het dan zover. De evacuees mogen terug naar huis. Met behulp van een autoverhuurbedrijf, die bussen en chauffeurs belangeloos ter beschikking had gesteld, en Rode Kruis-bussen uit diverse districten, brengen we de mensen weer naar huis. Daarna moeten de locaties weer leeggeruimd worden en zit de inzet na drie dagen hard werken er weer op. De vrijwilligers die nog aanwezig zijn sluiten af met een welverdiend pizza-diner.

Geweldig teamwerk

Zowel Cor als Noura zijn doodmoe, maar blij en dankbaar met wat er gepresteerd is. “Wat ben ik trots op onze vrijwilligers en wat is het Rode Kruis toch een mooie club om bij te horen” zegt de tevreden Cor na afloop. Deze grote inzet is, ondanks de lastige omstandigheden in deze coronatijd, perfect verlopen. Dit was alleen mogelijk dankzij de geweldige samenwerking tussen districten en vrijwilligers onderling. Zo’n 180 vrijwilligers zijn betrokken geweest bij de inzet. Ze hadden verschillende achtergronden, kwamen uit verschillende districten en bij de vorming van koppels werd men bij onbekende vrijwilligers geplaatst, maar dat maakte niets uit. Als Rode Kruisers zijn we namelijk allemaal hetzelfde opgeleid waardoor we één taal spreken en iedereen elkaar direct begrijpt. Het district Noord- en Midden-Limburg krijg hulp van de districten Zuid-Limburg, Gelderland- Zuid, Noord- en Oost-Gelderland, Gelderland Midden, Brabant-Noord, Brabant Zuidoost, Midden- en West-Brabant, Twente, Utrecht en Rotterdam-Rijnmond. Hiermee is weer eens bewezen dat bij het Rode Kruis in tijden van nood niemand alleen staat.

Succesvolle pilot met ontmoetingstenten in Groningen en Drenthe

In de districten Groningen en Drenthe draaiden twee weken lang een pilot met ontmoetingstenten bij woonlocaties voor mensen met een verstandelijke beperking. Door de coronacrisis mochten de bewoners wekenlang geen bezoek ontvangen. Dankzij de inzet van het Rode Kruis werd dit wél mogelijk gemaakt. Vrijwilligers richten speciale tenten in, voorzien van een doorzichtig scherm, zodat bezoekers en bewoners elkaar eindelijk weer eens ‘veilig’ in de ogen konden kijken. Rode Kruis-vrijwilligers fungeerden als aanspreekpunt, ontvingen de bezoekers en ontsmetten de ruimte na ieder bezoek.

De 19-jarige Daan Kuiper is sinds twee jaar Evenementenhulpverlener bij het Rode Kruis in Meppel. Een mooie vrijetijdsbesteding naast zijn studie aan de Internationale PABO in diezelfde stad, waar hij ook in een studentenhuis woont. Toen Kuiper begin mei een mail kreeg met de oproep om zich aan te melden als vrijwilliger voor deze pilot, twijfelde hij geen moment en meldde zich aan: “Ik heb een baan, maar zit ook veel thuis omdat er geen sociale bijeenkomsten zijn door de coronacrisis. Door me aan te melden als vrijwilliger in de ontmoetingstent had ik iets leuks te doen én kon ik mijn tijd op een nuttige manier besteden.”

"Interessant om te zien hoeveel het mensen deed om elkaar na lange tijd weer te zien."

In het zonnetje

“Eigenlijk sta ik vooral bij evenementen, maar hier heb je te maken met het sociale aspect van hulpverlening. Je maakt weer andere dingen mee en ziet van dichtbij hoe het met mensen gaat die 10 keer zo geïsoleerd leven als jij.” Per bezoek was er dertig minuten de tijd. Bezoekers en bewoners konden elkaar 20 minuten zien en spreken, waarna er 10 minuten de tijd was om alles weer schoon te maken. “Het was interessant om te zien hoeveel het mensen deed om elkaar na lange tijd weer te zien. Het eerste gesprek bleef ik nog in dezelfde ruimte, maar eigenlijk voelde dat niet goed. Samen met mijn collega zijn we daarna buiten de tent blijven wachten. Het was geen probleem om de anderhalvemeter afstand aan te houden. Op afstand hadden we leuke gesprekken en het was mooi weer. Terwijl mensen binnen met elkaar zaten te kletsen, konden wij buiten in het zonnetje zitten. Als de tijd om was maakten we nog even een praatje met de bezoekers om te vragen hoe zij het vonden en of ze nog een keer langs wilden komen. De reacties waren vooral positief: mensen waren hartstikke blij en vonden het super dat we dit deden.”

Niet snel vergeten

Daan vond het vooral leuk om te helpen en iets voor anderen te kunnen doen in deze crisistijd. Behalve gezelligheid onderling, maak je als vrijwilliger ook dingen mee waar je later nog eens aan terugdenkt. Daan kan zich een echtpaar uit de ontmoetingstent nog goed herinneren. “Zij waren iets minder positief. Hun dochter woont in het huis, maar kan niet communiceren zonder fysieke aandacht. En dat ging niet met het scherm in het midden. Ze waren blij haar te zien, maar zij begreep het niet omdat ze elkaar niet konden aanraken. Ik kan me voorstellen dat dat pijn doet. Op zo’n moment kan je niets. Je biedt dit aan om te helpen. Het enige wat je kan doen is een beetje troosten hier en daar, door te luisteren en begrip te tonen.”

De pilot met de ontmoetingstenten in Groningen en Drenthe bleek een succes. Inmiddels worden de ontmoetingstenten ook op andere locaties in het land opgezet en kunnen bezoekers en bewoners elkaar weer ontmoeten in een coronaproof onderkomen.

Christiaan coördineerde de hulpinzetten in Nijmegen

"Telefoongesprekken voor de Hulplijn blijven me bij."

Christiaan van Essen (29) is coördinator Evenementenhulp en Eerstehulpverlener in Nijmegen. Al die taken stopten door de uitbraak van het coronavirus. Toen Koen Weerheijm, Projectcoördinator Evenementenhulp van District Gelderland Zuid, hem vroeg om namens afdeling Nijmegen deel te nemen aan het District Actie Centrum aarzelde Christaan geen moment. De aanvragen voor hulpinzetten in Nijmegen en telefoontjes naar de Rode Kruis Hulplijn die lokaal opgepakt konden worden coördineerde hij van begin tot eind.

In Nijmegen zijn er verschillende inzetten gedraaid: van het leveren van bedden, dekens en kussens voor kinderopvangorganisaties tot het vervoeren van cliënten van de dagopvang. Daarnaast waren er nog de vragen vanuit het Let op Elkaar-netwerk en werd er tussendoor geholpen bij de evacuatie in Herkenbosch.

Bedjes voor de noopdvang

Christiaan: “De gemeente had aan een grote kinderopvang organisatie gevraagd of zij de 24-uurs noodopvang wilden verzorgen. Omdat we voor die organisatie jaarlijks bij het kinderfestival de EHBO verzorgen, hebben ze onze hulp ingeschakeld en werd gevraagd om bedden, kussens en dekens te leveren. Samen met Koen heb ik in Loenen de materialen opgehaald en afgeleverd. Via via kwam een andere kinderopvangorganisatie ook bij ons terecht. Zij hadden bedden geregeld via de Brandweer, aan ons werd gevraagd kussens en dekens te leveren. Ze waren er heel blij mee. Volgens mij is op slechts 1 bed geslapen, maar ze stonden er voor het geval het wel nodig was.”

Naast zijn vrijwillige inzet voor het Rode Kruis heeft Christaan een fulltime baan en een druk gezinsleven. “Eerder zat ik negen jaar in het bestuur van een stichting in Nijmegen. Toen dat stopte, had ik opeens veel vrije tijd. Ik moet iets te doen hebben, had mijn BHV en EHBO diploma al op zak en zo kwam ik bij het Rode Kruis. Het is belangrijk om goed af te stemmen thuis en het helpt dat ik door de coronacrisis veel thuis werk. Zo kan ik soms ’s ochtends vroeg een ritje maken op de bus en ’s avonds nog iets voor werk doen. Daarnaast heb ik aan collega-vrijwilligers gevraagd om bepaalde taken, zoals de coördinatie van vervoersinzetten, op te pakken. Zo verdelen we het werk over verschillende coördinatoren.”

“Het liefst had ik nog meer te doen gehad. Positief dat het niet nodig was, maar voor onze vrijwilligers jammer dat we geen bijdrage konden leveren.”

Mensen in beweging krijgen

“Via de Hulplijn worden vragen doorgestuurd die we lokaal oppakken. Voor praktische vragen, zoals het doen van boodschappen heb ik eigen vrijwilligers en de lokale studentendesk gevraagd te helpen met de coördinatie van Ready2helpers. De overige vragen pak ik zelf op. Als het gaat om eenzaamheid zit je al snel een uur aan de telefoon. Je biedt op dat moment een luisterend oor. Je moet vervolgens uitzoeken of de hulpvraag nu echt corona-gerelateerd is of dat die persoon ook buiten corona om eenzaam is. Onze hulp is tijdelijk. We helpen nu in het kader van corona. Als het langer duurt moet je proberen mensen in beweging te krijgen om zich op de juiste plek te melden. Wij kunnen wel verwijzen naar bijvoorbeeld de gemeente, maar vanwege privacy kunnen we niet zelf naar de gemeente bellen om iemand aan te melden.”

Als Christaan terugblikt op de inzetten en hem wordt gevraagd wat de meeste indruk heeft gemaakt, noemt hij twee punten. “De telefoongesprekken voor de hulplijn blijven me bij. Gesprekken met mensen op leeftijd, en hun persoonlijke verhalen. Als de dingen die je hoort echt zijn gebeurd, dan besef je dat sommigen een zwaar leven hebben gehad. Daarnaast ben ik verrast door de bereidwilligheid van Ready2Helpers. Je belt op en het eerst wat je zegt is: je hebt je ooit aangemeld als Ready2Helper, wil je helpen. Eigenlijk zei niemand nee. Mensen die twijfelden gaven aan het in ieder geval te willen proberen.”

Vervoer naar de dagopvang

De inzet met de bus loopt nog tot eind juni. Het Rode Kruis vervoert cliënten van en naar de dagopvang van De Waalboog. Te veel van hun vrijwilligers behoren tot de risicogroep, waardoor er problemen ontstonden in het dienstrooster. Inmiddels ondersteunt het Rode Kruis al sinds begin mei. “Het gaat om drie dagen per week met twee ritten per dag. Per dienst rijden er twee bussen. Een van de Waalboog en een van het Rode Kruis. Op één dag zijn er vier vrijwilligers nodig die de cliënten thuis ophalen en aan het einde van de dag ook weer thuisbrengen. In het begin was het gemakkelijk om de roosters vol te krijgen, maar nu iedereen weer aan het werk gaat is dat lastiger. Soms is het voor de coördinatoren echt zeuren in de app om een dienst gevuld te krijgen. Het enige wat na juni nog loopt is het Let op elkaar Netwerk.”

Vrijwilligers betrokken houden

“Ik vind het prettig mezelf nuttig te maken. Het liefst had ik nog meer te doen gehad”, vertelt Christiaan. “Er is vanuit ons District geprobeerd diverse interventies op te zetten, zoals een zorghotel maar uiteindelijk ging het dan alsnog niet door. Het is positief dat het niet nodig was, maar voor onze vrijwilligers jammer dat we geen bijdrage konden leveren.” Waar de zomermaanden normaal gesproken zijn gevuld met verschillende evenementen, waaronder de Nijmeegse Vierdaagse, is de agenda voorlopig leeg. “Het blijft een uitdaging om de vrijwilligers van de afdeling betrokken te houden.”

Coronavirus grijpt wereldwijd om zich heen. Ook in Libanon.

In sommige landen sloeg de coronacrisis genadeloos toe. En hoewel sommige landen inmiddels coronavrij zijn verklaard, komen er wereldwijd steeds nieuwe brandhaarden bij. Het Rode Kruis helpt wereldwijd mee met de bestrijding van het virus. Marina Manger Cats werkte in de eerste onzekere periode van de coronacrisis als volksgezondheidsspecialist bij het regionale Rode Kruis-kantoor in Libanon. Ze vertelt over de onzekerheid en geleerde lessen.

Samenwerken, testen en bron- en contactonderzoek is cruciaal. Maar in het begin was alles nog onzeker. Waar in Nederland massaal wc-papier werd ingekocht, zag Marina in Beiroet dat er veel desinfecterend middel werd gesprayd in de buitenlucht.

“Dat heeft geen zin, je moet terugvallen op de basis van hygiëneregels: handen wassen en afstand houden.”

Gevoeliger dan gedacht

Ook bleek werken in de regio gevoeliger dan gedacht. Marina: “Mensen hebben veel vragen en dan helpt het om als arts helderheid te kunnen geven en mensen gerust te stellen.”

Haar stem is zacht, maar het vertrouwen dat ze uitstraalt groot. Ze heeft eerder met dit bijltje gehakt. Tijdens de vogelgriep zette ze een surveillance systeem op in Zuid-Afrika en Zambia. “We hebben ook veel geleerd van de Ebola-uitbraken in Afrika, daar bouw je op voort.”

Bij een pandemie is directe informatie vanuit de gemeenschappen enorm waardevol. “Hulpverleners gaan van deur tot deur. Daarmee zijn wij als Rode Kruis op veel plekken in de wereld de oren en ogen op de grond. Een waardevolle positie tijdens crises zoals deze.”

Martijn Hofman enthousiast over Ready2Help

"Als de nood het hoogst is,kun je in korte tijd heel veel bereiken."

Martijn Hofman is zo’n vrijwilliger waarvan je je afvraagt waar hij toch de tijd vandaan haalt. Naast zijn baan bij Serviceverlening Openbaar Vervoer is hij Teamleider en Plaatsvervangend Hoofd Bevolkingszorg, lid van het Team Informatiemanagement, evenementenhulpverlener en lid van het Noodhulpteam. In de afgelopen periode heeft hij als lid van het DAC Noord- en Oost-Gelderland de inzetten gecoördineerd van het zorghotel Apeldoorn, van de Gelreziekenhuizen in Apeldoorn en Zutphen en van het Slingeland ziekenhuis in Doetinchem.

Al snel nadat het coronavirus Nederland bereikte werd Martijn gevraagd voor het DAC. Het actieteam kon vrijwel direct aan de slag met een opdracht van de overheid aan de Veiligheidsregio om opvang gereed te maken voor net genezen corona-patiënten die niet thuis kunnen revalideren. Het Rode Kruis werd gevraagd om hierbij te ondersteunen. Ze hadden het geluk dat er net een nieuw verzorgingstehuis in Apeldoorn was gebouwd waar ze direct hun intrek in konden nemen. Binnen een week was het Zorghotel Apeldoorn een feit. Martijn zorgde ervoor dat er vrijwilligers ingepland werden voor de verschillende diensten, waardoor het zorgpersoneel werd ontlast. Later volgden inzetten bij de Gelreziekenhuizen en bij het Slingeland Ziekenhuis, waarbij het Rode Kruis de taak had bezoekers bij de poort goed door te verwijzen.

"Het concept Ready2Help is een gouden greep."

Gezien de continue, grote vraag naar vrijwilligers werd er om de diensten te kunnen vullen ook een beroep gedaan op Ready2Helpers. Het omgaan met deze groep waarbinnen je een grote diversiteit aan onbekende mensen aantreft, vindt Martijn een leuke uitdaging. Inmiddels heeft men bij dit district veel geleerd over dit type Rode Kruisers. Het is algemeen bekend dat ze graag de handen uit de mouwen steken wanneer er ergens nood is, maar dat de bekendheid met en de betrokkenheid bij onze organisatie minder is in vergelijking met vrijwilligers. Martijn was dan ook niet verrast dat een aanzienlijk deel van de ingeplande mensen op het laatste moment afzegde. De analytisch ingestelde Martijn wilde hier graag het fijne van weten, want alleen als je de reden kent, dan kun je er misschien ook wat aan doen. Hij ontdekte dat het merendeel van de afzeggingen gedaan werd met een goede reden. Regelmatig kwam het voor dat mensen een begrafenis hadden en nog vaker moest men zich afmelden, omdat men zelf of iemand in de omgeving gezondheidsklachten had. Dit had dus helemaal niets te maken met minder betrokken zijn. Martijn en zijn collega’s besloten dat het handig zou zijn om de mensen die eerder een inzet gedaan hadden, zowel vrijwilligers als Ready2Helpers, uit te nodigen voor een appgroep. Dit om de communicatie te vergemakkelijken en de binding met het Rode Kruis te versterken. Het bleek goed uit te pakken. Als iemand zich namelijk afmeldde waren er direct anderen die aangaven dat ze de dienst wel over wilden nemen. Geweldig toch? Om de band te versterken werd iedereen ook voor of na een inzet gebeld en dat werd zeer gewaardeerd. De betrokkenheid van de ingezette Ready2Helpers in dit district is inmiddels groot te noemen. Velen draaien regelmatig en soms wel dagelijks diensten. Volgens Martijn is het concept Ready2Help echt een gouden greep. Het is een grote, flexibele schil om de vaste vrijwilligers heen, waarmee je als de nood het hoogst is, in korte tijd, heel veel kunt bereiken.

Speciale visitekar in verpleeghuis Amsterdam

"Blije gezichten bij eerste ontmoeting na maanden van afwezigheid”

Corona. Alle hens aan dek, ook in district Amsterdam-Amstelland. Sinds de uitbraak van het coronavirus staan honderden vrijwilligers en duizenden Ready2Helpers klaar om te helpen, waar nodig. Van voedselinzetten tot daklozenopvanglocaties tot… …een speciale visitekar.

Een piepklein hokje op wieltjes met twee grote ramen erin. Dat is de visitekar. De visitekar is in het leven geroepen toen de verpleegtehuizen op slot gingen en mensen hun dierbaren aldaar niet meer konden zien.

“Twee vrijwilligers van het Rode Kruis duwden me door gangen en deuren naar de ruimte waar ik mijn schoonmoeder (93) zou treffen”, aldus Cees Koring uit Zaandam, te lezen in een lokaal nieuwsblad. “Onderweg had ik nogal wat bekijks. De ontmoeting was, na zo’n lange tijd, best wel emotioneel. Ik had mijn schoonmoeder na zo’n lange tijd eindelijk weer gezien!”

Vrijwilliger Ester Forcolin-Hulst, die vanuit het Rode Kruis Amsterdam-Amstelland nauw betrokken is bij de visitekar, vertelt: “De ZGAO (Zorggroep Amsterdam Oost) had ons gevraagd om bezoeken van familieleden aan hun cliënten mede mogelijk te maken. In deze tijd ervaren velen hoe belangrijk intermenselijk contact is en hoe groot dat van invloed kan zijn op je gezondheid - helemaal als je toch al kwetsbaar bent. Wij wilden dan ook graag helpen! Dat de visitekar een enorme stap in de goede richting was, bleek wel uit de reacties die we terugzagen: de blije gezichten, soms zelfs tot tranen toe geroerd door een eerste ontmoeting na maanden van afwezigheid. Als je dat ziet gebeuren, dan wil je als organisatie heel graag die kar letterlijk een tijdje trekken.”

Voedsel
Een andere nood waar het Rode Kruis Amsterdam-Amstelland nu druk mee is en ook al heel druk mee is gewéést, is voedsel. Of beter gezegd: het gebrek eraan. “Gebrek aan voedsel lijkt in onze Nederlandse samenleving een nood die niet kan bestaan”, begint Annelies de Jong, die zich bezighoudt met alle voedselinzetten. “Toch hebben inmiddels meer dan 8.000 mensen in alleen al Amsterdam aangeklopt bij verschillende instanties omdat zij in voedselnood zitten.”

“Wat wij voor deze mensen doen? Wij koppelen de vraag en aanbod aan elkaar, we brengen de noden en problematiek van kwetsbare doelgroepen in kaart, we werken actief samen met verschillende lokale voedselinitiatieven, we bieden directe voedselhulp in de vorm van voedselpakketten en voedselbonnen, we adviseren op het gebied van duurzame ondersteuning, en meer.”

"Interessant om te zien hoeveel het mensen deed om elkaar na lange tijd weer te zien."

“Onderweg had ik nogal wat bekijks. De ontmoeting was, na zo’n lange tijd, best wel emotioneel."

Medische hulp en onderdak
In Amsterdam-Amstelland gebeurt er ook een heleboel als het gaat om medische hulp. “We ondersteunen zorginstellingen”, legt Patricia Bosch, coördinator Vrijwilligersmanagement, uit. “Denk bijvoorbeeld aan vervoersritten van en naar het ziekenhuis, maar ook aan het rondbrengen van medicijnen en aan het helpen faciliteren van de nieuwe bezoekersregelingen in verzorgingstehuizen.”

“Tevens hebben we meerdere opvanglocaties voor (ongedocumenteerde) daklozen geholpen op te bouwen en hebben we daar ook ondersteund bij het uitgeven van de maaltijden. Het is mooi om te zien dat we voor zoveel kwetsbare mensen in ons district iets goeds kunnen betekenen.”

Onze hulp op de Caribische eilanden
Tijdens de coronacrisis

Vanaf het begin van deze coronacrisis draaien onze hulpverleners overuren om de meest kwetsbaren te helpen en zorgpersoneel te ondersteunen. Ook op de Caribische eilanden is het Rode Kruis actief om te helpen. We werken daar samen met andere organisaties, maar coördineren wel de hulpverlening. Op deze pagina een overzicht van wat we tot nu toe hebben gedaan op de Caribische eilanden.

Onze hulp in Nederland
Tijdens de coronacrisis

Nederland wordt geconfronteerd met een ongekende crisis die vraagt om een ongekend antwoord. Voor het Nederlandse Rode Kruis betekent dit de grootste operatie sinds de Watersnoodramp. Vanaf het begin van deze crisis draaien onze hulpverleners overuren om de meest kwetsbaren te helpen en zorgpersoneel te ondersteunen. Op deze pagina een aantal feiten en cijfers over onze hulp in Nederland.

COLOFON

Eindredactie
Irvy Boogaard en Monique de Jonge

Met dank aan
Kim Balster, Irene Groenink, Harry Cock, Arie Kievit, Marko Faas, Nicole Mooten, Eveline van Herpen, Ferry Knijn, Dirk-Jan Visser, Sharon Zoutendijk, Magdalena Laas, Natasja Sijffers, Anninka Achterberg, Richard Jetten, Vera Bos, animatiestudio Heilder, Eefje Pieters, Renée de Leau, Michelle Hamers, Lieke Vermeulen, Rode Kruis Aruba, Harry Cock, Johan Gerritse en Robin Utrecht

Dit is een uitgave van het
Nederlandse Rode Kruis, juni 2020

Met dank aan Tappan Communicatie, Publizine