Leestijd 5 minuten

Kansen voor duurzaamheid 

Voor een organisatie als het Rode Kruis is het niet meer dan logisch om het werk zo duurzaam mogelijk te doen. Daar dragen we allemaal aan bij: jij als vrijwilliger, het team, het district en het Rode Kruis als geheel. We gaan in gesprek met Geurt Leppink (district Twente), Eray Albayrak (district Haaglanden), Diederik Rodenburg (hoofd inkoop en facilitaire zaken) en Arnoud Bosveld van Company2Wear. Over elektrisch vervoer, gebouwen en koffiebekertjes. 

Duurzaamheid binnen het Rode Kruis betekent dat we bij al onze activiteiten rekening houden met de gevolgen voor mens, klimaat en natuur. Dit is natuurlijk een enorm breed begrip waar we op veel manieren invulling aan kunnen geven. Hoe begin je? “Stapje voor stapje,” raadt Geurt Leppink aan. “We gaven eerst prioriteit aan ons districtsgebouw. Dat was een sterk verouderd pand, dus een mooie start voor verduurzaming. Omdat we niet alle kennis in huis hebben, namen we deel aan een ambitieworkshop van de provincie Overijssel. Dit heeft ons geholpen om een beleidsnotitie te maken met een stip op de horizon. Een tip: kijk wat de provincie voor je kan betekenen. Zij hebben veel kennis en vaak een budget voor duurzaamheid.”

Geurt:

“Kijk wat de provincie kan betekenen, zij hebben vaak een budget voor duurzaamheid”

Minder opslagruimtes, minder vervoer

Inmiddels liggen er bij het districtskantoor in Almelo 38 zonnepanelen op het dak en die voorzien het pand volledig van stroom. Ook heeft de provincie een energiescan van het gebouw gemaakt. Met de uitkomsten is een werkgroep aan de slag gegaan met betere dakisolatie en het tochtvrij maken van het gebouw. Diederik vraagt of het duurzaamheidsbeleid van Twente met name gaat over de gebouwen of ook over de uitvoering van de hulpverlening. Geurt: “Transport is ook een belangrijk onderdeel. Doordat we veel gebouwen hebben afgestoten, zijn we veel opslagruimtes voor kleding en materialen kwijtgeraakt. Eerst losten we dat op door verschillende bijgebouwen te huren, maar hiervoor was veel vervoer nodig. Nu hebben we één centrale hal in Hengelo waar de bestellingen en distributies plaatsvinden.”

 

Elektrische bus

Transport is ook een belangrijk onderwerp op de duurzaamheidsagenda in Delft. In 2020 nam de afdeling als eerste binnen het Rode Kruis een elektrische bus in gebruik: een Volkswagen E-crafter. Deze bus wordt ingezet voor hulpverlening en facilitaire en logistieke werkzaamheden. 
Eray Albayrak: “De keuze om de oude dieselbus in te ruilen voor elektrisch vervoer was niet meer dan logisch. We opereren onder meer in de binnensteden van Den Haag en Rotterdam. Je ziet steeds vaker dat dieselvoertuigen daar niet meer mogen komen. Met elektrisch vervoer zijn we niet alleen duurzamer, maar ook toekomstbestendig.” 

Bij de aanschaf van de elektrische bus gingen ze niet over één nacht ijs. Eray: “We hebben grondig uitgezocht hoe en waar we subsidies konden aanvragen bij fondsen en organisaties. Ook hebben we goed gekeken naar de actieradius van een elektrische bus. Voor de hulpverlening moet je altijd paraat staan. Het kan niet zo zijn dat de batterij het niet redt tot de plaats van de inzet. Tot nu toe zijn die zorgen gelukkig ongegrond gebleken. Bij verduurzaming van de hulpverlening moet je scherp in de gaten houden dat je wél kunt blijven leveren. Verduurzaming moet de hulpverlening beter maken en niet in de weg staan.”

Eray:

“Verduurzaming moet de hulpverlening beter maken, niet in de weg staan”

Poetsdoeken

Aan tafel zit ook Arnoud Bosveld. Met zijn Company2Wear levert hij de bedrijfskleding voor het Rode Kruis. Met het scheiden van afval, elektrisch vervoer en duurzame inkoop is duurzaamheid een belangrijk thema binnen de bedrijfsvoering van Company2Wear. Hoe gaat het bedrijf om met de kleding van het Rode Kruis die niet meer gebruikt wordt? “De kledingindustrie is één van de meest vervuilende bedrijfstakken. We voelen de verantwoordelijkheid om zo duurzaam mogelijk te werken. Ook onze leveranciers spreken we daarop aan. De werkwijze van de fabrikant van de Rode Kruis-kleding, Helly Hansen, is niet belastend voor het milieu en de gezondheid van de consument. Met kleding die niet meer gebruikt wordt is er zo veel mogelijk. Van hergebruik tot het vervaardigen van geheel nieuwe producten. Zo maken ze van kledingvezels nieuwe poetsdoeken, tasjes, isolatiemateriaal en onderkleden. Ons motto is: gooi niets weg. Alles is herbruikbaar. Zo zijn de fleecevesten die je in je Helly Hansen Rode Kruis-jas kunt ritsen vanaf eind dit jaar gemaakt van gerecycled polyester. Een volgende stap is wat ons betreft het materiaal van de polo, dat willen we vervangen door bio-katoen.”

 

Arnoud:

“Gooi niets weg; alles is herbruikbaar”

Koffiebekers zonder schillen

Met de overgang naar het werken in districten werd tegelijk een belangrijk stap gezet naar verduurzaming. Hoofd inkoop Diederik Rodenburg: “Door steeds meer centraal te regelen en op te slaan, besparen we veel geld én energie. We proberen zo veel mogelijk gezamenlijk contracten af te sluiten. En het centraal opslaan van voorraden binnen de districten scheelt ook enorm veel. Minder transport, minder gebouwen, minder producten die ongebruikt blijven liggen.” Arnoud bevestigt dit: “Toen we startten met het leveren aan het Rode Kruis kwamen we bij 300 afdelingen. Nu hebben we contact met 23 districten. Dat is veel efficiënter.”

Een grote kans op verdere verduurzaming ziet Diederik vooral in bewustwording. “Je kunt zelf zoveel doen. Kleine, simpele dingen. Trek de stekker uit het stopcontact als je klaar bent. Zet het beeldscherm uit. Scheid je afval en doe dat serieus. Een koffiebekertje weggooien met schillen en papiertjes erin is zonde. Onze vuilverwerker kan daar niets mee.”

Waar de tafelgenoten het over eens zijn, is dat ook kennisdeling bijdraagt. Praat over de mogelijkheden voor verduurzaming binnen je team, binnen het district en kijk over de grenzen van je district heen. Geurt en Eray voegen meteen de daad bij het woord: Eray deelt graag met Geurt het proces van de aanschaf en financiering van de elektrische bus. Geurt: “Je hoeft het wiel tenslotte niet opnieuw uit te vinden.”

Diederik:

“Door steeds meer centraal te regelen, besparen we veel geld én energie”