Afdeling Noord-Kennemerland en de Egmondloop
Zaterdagavond, 11 januari 2020 - Ietwat zenuwachtig. Morgen ga ik voor het eerst na mijn gebroken been in 2019 de 10,5 km rennen. De halve van Egmond, voor de hardlopers een begrip. Ik heb al wel 5 km achter elkaar, pijnvrij gerend, maar 10,5 km is andere koek. Daar komt nog bij dat ik ook een zekere druk voel omdat ik kenbaar heb gemaakt bij het Rode Kruis, waar ik sinds 1 november directeur Nationale Hulpverlening en Verenigingsmanagement ,dat ik 10,5 km ga rennen.
Wat als het nu niet lukt? Wat als mijn been het begeeft? Ik neem mij voor dat wanneer het echt niet lukt en ik pijn krijg, ik eruit stap (en kan ik gelijk testen hoe de vrijwilligers van het Rode Kruis hun werk doen :-) ).
Ik stap vroeg in mijn bed en slaap onrustig.
Zondag, 12 januari 2020
Ruim op tijd meld ik me bij de sporthal in Egmond. Ik betreed de ruimte van het Rode Kruis en maak kennis met twee vrijwilligers. Eén dame werkt als meer dan 40 jaar bij het Rode Kruis. Een andere vrijwilliger, een jonge vrouw, fulltime werkzaam als juf op de basisschool, staat vandaag en heeft de afgelopen dagen hulp verleend als vrijwilliger van het Rode Kruis. Petje af voor de inzet en enorme betrokkenheid.
De locatie op de sporthal geeft vertrouwen in de professionaliteit van de inzet van het Rode Kruis.
Hierna loop ik naar de start en ontmoet bij de stand van het Rode Kruis Cees Kroon, sinds kort voorzitter van de afdeling Noord-Kennemerland, maar 1,5 jaar actief bij het Rode Kruis bij evenementen en Eric Gramberg, vrijwillig fotograaf voor het Rode Kruis.
Op de stand maak ik met verschillende vrijwilligers kennis. Voor deze activiteit leveren we zo’n 45 vrijwilligers en dit jaar voor het eerst een arts en een verpleegkundige, vanwege de steeds strengere eisen die aan de hulpverlening gesteld worden.
Mooie, korte gesprekken en na de verschillende fotomomenten zoek ik het startvlak op en deel met Cees en Eric mijn live-locatie, zodat zij mij kunnen volgen.
Ik ga van start. De eerste drie km door Egmond, rustig en gelukkig uit de wind. Het gaat goed.
Hierna het strand op, er staat een stevige wind, ik schat in windkracht 6 á 7 en je kunt het al raden? Juist, pal tegen de wind in moet ik met vele anderen ruim twee km over het strand rennen. Nou ja, rennen? Ik neem me voor niet te wandelen en dat lukt goed, maar ach wat is dit zwaar. Mooi dat de benen blijven doen waarvoor ik ze opdracht geef.
Na het strand een klim door het mulle zand omhoog naar de duinen. Ik ben over de helft en ik voel dat ik het ga halen. Het is te druk om te blijven rennen, ik gun mezelf de tijd om op adem te komen.
Hierna kan ik redelijk beschut en uit de wind rennen. Ik doe mijn hardloopjasje uit en Rode Kruis muts af. In de bocht bij 9 km, ik moet nog een klein stukje, zie ik twee vrijwilligers van het Rode Kruis staan. Ik stop, trek mijn handschoen uit en stel me aan hen voor en maak een kort praatje. Ik merk dat wanneer ik stil sta, ik afkoel, dus ik ga weer door.
Ik nader de finish, heb het gehaald en daar staan ook Eric en Cees op mij te wachten. Het is geen snelle tijd, 01:16:07, maar mijn been kan 10,5 km hebben.