Coronahulpverlening op Saba

Een klein eiland met grote ambities

Lees artikel   

Vloggen vanuit Honduras

Noodhulp nu een orkaan: hoe werkt dat eigenlijk?

Lees artikel   

Leestijd 10 minuten

CORONAHULPVERLENING OP SABA 

Een klein eiland met grote ambities

De Caribische eilanden zijn grotendeels afhankelijk van toerisme. Door de coronapandemie is dit vrijwel volledig stilgevallen. Hierdoor is de werkloosheid op de eilanden enorm. Zo ook op Saba, waar een kleine Rode Kruis-afdeling met elf vrijwilligers van grote betekenis is voor de bevolking. Alhoewel de nood minder zichtbaar is dan op bijvoorbeeld Sint-Maarten, Aruba of Curaçao, komen ook veel Sabanen financieel in de knel.

Met een oppervlakte van 13km2 is de bijzondere Nederlandse gemeente Saba het kleinste eiland binnen de overzeese gebieden. Met zijn steile hellingen en rotsachtige kust past dit eiland niet bij het beeld van uitgestrekte Caribische zandstranden, maar Saba is evengoed afhankelijk van toerisme. Vooral wandelaars en duikers komen er graag om te genieten van de bijzondere natuur. Tot maart 2020. Het coronavirus bracht de wereld tot stilstand en daarmee ook de inkomstenstroom vanuit het toerisme.

Melanie Marks was nog maar net begonnen aan haar nieuwe baan als branche manager bij de Rode Kruis-afdeling Saba, toen de werkloosheid om zich heen greep en de uitdagingen toenamen. “Ik had net de training disaster management afgerond. We oefenden met een case, zonder een idee te hebben dat we het geleerde nog geen paar weken later in de praktijk moesten brengen. Hiervoor werkte ik in de toeristenindustrie, het Rode Kruis was nieuw voor me. Ik wilde graag een nieuwe uitdaging, nou die heb ik zeker gekregen.”

Vanuit de eetkamer

De omstandigheden om te starten waren niet ideaal. Het huurcontract van het voormalige kantoor was opgezegd, de noodhulpgoederen lagen in een loods aan de andere kant van het eiland en het aantal vrijwilligers was beperkt. “We starten direct met risicocommunicatie. Goede kennis over het virus en hoe het te voorkomen zijn essentieel. Ook hielpen vrijwilligers tijdens de lockdown, die op Saba in totaal vier weken duurde, met praktische zaken, zoals boodschappen halen en medicijnen bezorgen.”

Naarmate de toeristen langer wegbleven, steeg de armoede. Veel mensen werken in de toeristenindustrie: hotels, restaurants en duikscholen kwamen van de ene op de andere dag zonder werk te zitten. De mensen met een arbeidscontract konden rekenen op steun van de overheid, maar veel Sabanen hebben twee banen om rond te komen en hebben niet altijd een degelijk arbeidscontract bij één werkgever. Zij zagen hun inkomen ineens verdwijnen. Melanie: “Het leven op Saba is duur. We zijn grotendeels afhankelijk van import. Op woensdag komen de verse producten binnen. Die komen vanuit Amerika, via Sint-Maarten bij ons, waardoor boodschappen duur zijn. Vóór de crisis gingen veel mensen wekelijks grote inkopen doen op Sint-Maarten, levensmiddelen en kleding, om wat voordeliger uit te zijn. Maar ook de veerdiensten stopten.”

 

Eyeopener

Dat er steun moest komen, was snel duidelijk. De nood is niet direct zo zichtbaar als op de grotere eilanden, maar is er wel degelijk. Geld voor families die in financiële problemen zijn geraakt, schoolmaaltijden voor kinderen, voedselpakketten voor alleenstaande ouderen. Het Rode Kruis op Saba was altijd vooral actief in de rampenvoorbereiding en eerste hulp bij evenementen. Nu moesten snel de meest kwetsbaren geïdentificeerd worden, onder een trotse bevolking die liever nergens om vraagt. Melanie: “Het is een eyeopener geweest om te zien hoeveel families er financieel zwak voor staan. Werken aan weerbare gemeenschappen zit hem niet alleen in rampenvoorbereiding en je noodhulpgoederen op orde hebben, maar ook in de financiële veerkracht. Wat werken op een klein eiland dan wel makkelijk maakt, is dat je snel contacten legt met alle relevante instanties. We werken veel samen met de sociale dienst van de lokale overheid. Naast onze eigen needs assessement en registratie konden zij ons helpen aan een lijst met families die in financiële nood zaten. Ook werken we samen met lokale hulporganisaties, die zich bijvoorbeeld inzetten voor ouderen. We vroegen ze: ‘Wat doen jullie? Voor wie?’ Zo doe je geen dubbel werk en vul je elkaar goed aan.”

 

VLOGGEN VANUIT HONDURAS 

Noodhulp na een orkaan: hoe werkt dat eigenlijk?

Orkanen kunnen in een paar uur tijd hele landen onderdompelen in chaos. Niet alleen beschadigt de wind veel huizen, vloedgolven en enorme hoeveelheden regen zorgen voor overstromingen, modderstromen en aardverschuivingen. De elektriciteit valt uit, mensen hebben geen schoon water, toiletten werken niet meer en ziektes liggen op de loer. Waar begin je als je mensen wilt helpen in die ravage? Collega Johannes Chinchilla nam een kijkje bij de hulpverlening in Midden-Amerika.

Orkaan Mitch had nog maar pas geleden huisgehouden in Midden-Amerika, toen de zesjarige Johannes met eigen ogen de gevolgen zag. “Waar eerst huizen en straten waren, was nu niets meer. Het was een eyeopener voor me. Ik snapte en zag direct dat niet iedereen het zo makkelijk had als wij, in Nederland. Het maakte enorme indruk op me en ik denk zelfs dat het mijn drive voor dit werk heeft aangewakkerd.”

Meer dan twintig jaar later bezoekt Johannes opnieuw een door een orkaan getroffen gebied, maar dit keer beroepsmatig. In november werd Honduras achtereenvolgens getroffen door twee orkanen: orkaan Eta en twee weken later orkaan Iota, een orkaan van de zwaarste categorie. Niet alleen beschadigt de wind veel huizen, vloedgolven en enorme hoeveelheden regen zorgen voor overstromingen, modderstromen en aardverschuivingen. De elektriciteit valt uit, mensen hebben geen schoon water, toiletten werken niet meer en ziektes liggen op de loer. In Honduras werden 4,6 miljoen mensen getroffen door het natuurgeweld. Zo’n 300.000 Hondurezen hadden hierdoor plotseling geen dak meer boven het hoofd.

Meer dan voedsel en medicijnen

Johannes: “Tijdens de eerste autorit van vier uur zagen we al zo veel mensen langs de kant van de weg staan. Hun wijk achter hun was helemaal ondergelopen met water. En dan vraag je je af: wat gaat er in ze om? Wat zijn ze kwijtgeraakt? Hun huis, hun inkomen, hun spullen? Misschien wel een dierbare? Ze herkenden de Rode Kruis-auto en probeerden contact te maken. We konden geen stop maken voor een praatje, we hadden nog een lange weg te gaan. Maar het laat je niet los.”

In zijn vlogs neemt Johannes de kijker mee naar wat er allemaal komt kijken bij noodhulpverlening. Hoe bereikt het Rode Kruis mensen in nood? Wat voor een soort hulp biedt het Rode Kruis en met welke uitdagingen krijgt de organisatie te maken?”

“Ik was enorm verbaasd wat er allemaal bij een hulpoperatie komt kijken. Voordat ik werkte bij het Rode Kruis, kon ik me er niet veel meer bij voorstellen dan bijvoorbeeld voedseldroppings, of uitdelen van medicijnen. Dan ontstaat zo een vlog vanzelf, omdat het interessant is om dieper in de wereld van de noodhulpverlening te duiken en dit te delen met anderen.”

Eerst de buren helpen

Wat veel indruk maakte, was de kracht van de getroffen mensen. Johannes: “Wat ik vaak hoorde was: ‘we leven nog, dus we kunnen verder.’ Dat is moeilijk te bevatten als je in het veilige Nederland bent opgegroeid. Alles kwijt raken, maar tevreden zijn dat jij en je dierbaren nog leven. Dat dat genoeg is. Zo ontmoette ik ook een vrijwilliger van het Rode Kruis. Tijdens de ramp ging hij eerst zijn buren helpen en zijn schoonouders in veiligheid brengen. Hierdoor heeft hij geen van zijn spullen kunnen redden en is hij alles kwijtgeraakt. Hij stond daar niet eens bij stil, als Rode Kruis-vrijwilliger is hij direct gaan helpen waar hij kon.”