Leestijd 5 minuten

Een nieuwe koers, een nieuwe werkwijze

In deze rubriek gaan we in gesprek met enkele Rode Kruisers over een beleidsonderwerp van de organisatie. Dit keer praten we met Titia Tamminga (Coördinator Strategieontwikkeling), Martijn van den Heuvel (Districtsmanager Gelderland-Midden) en Marcel Batenburg (vrijwilliger in Brabant-Zuidoost) over de nieuwe strategie. Wat verandert er nu precies en hoe werkt het in de praktijk?

Waar een Rode Kruis-bus staat, daar is iets aan de hand. Dat is vaak wat mensen denken. De organisatie komt alleen in actie bij rampen, grote gebeurtenissen of bij evenementen. Dat was zo, want er is veel veranderd, vertelt Titia Tamminga. “We willen er niet meer alleen zijn tijdens een noodsituatie, we willen er zijn voor alle mensen in nood.”

In 2018 begon het allemaal. Titia, Coördinator Strategieontwikkeling, legt uit dat er een tour door het land ontstond. “We zijn met vrijwilligers gaan praten, op verschillende plekken geweest. Daar vroegen we mensen welke impact ze willen maken met het Rode Kruis en wat zij vinden dat wij als organisatie zouden moeten doen. Al die input hebben we verwerkt.” 

Titia:

'We willen er zijn voor alle mensen in nood.'

 

Uit de gesprekken kwam naar voren dat het Rode Kruis steeds meer te maken krijgt met grote wereldwijde ontwikkelingen die spelen, zoals klimaatverandering en migratie. Maar ook praktische zaken werden genoemd, denk aan digitalisering. De groep die kwetsbaar is voor zulke veranderingen groeit. Ouderen, ongedocumenteerden. Het Rode Kruis wil er juist zijn voor alle mensen in nood. “Voorheen werden we bij noodsituaties opgeroepen door een gemeente of een instelling. Rode Kruis-vrijwilligers zorgen bijvoorbeeld bij een flatbrand voor hulp en opvang omdat mensen tijdelijk geen dak boven hun hoofd hebben. Terwijl er ook mensen zijn die altijd dakloos zijn. Met de nieuwe strategie willen we daar meer oog voor hebben. Om dat te kunnen doen is het heel belangrijk dat we zelf weten welke mensen in nood zijn.” 

Die nieuwe aanpak is al merkbaar, ziet ook Marcel Batenburg. Hij is vrijwilliger in het district Brabant-Zuidoost. “We komen nu op plaatsen en bij interventies waar we anders nooit waren gekomen. Zo werken wij veel samen met de voedselbank. Daar zag je vroeger vooral mensen die in een sociaal isolement zaten of weinig inkomen hadden. Nu zijn het de arbeidsmigranten. Poolse en Roemeense arbeiders die een all-in job hebben. Ze krijgen naast werk ook onderdak. Maar als de baan wegvalt, valt naast het inkomen ook de woning weg. Je hebt dus te maken met een nieuw soort daklozen. Als Rode Kruis hebben wij geholpen met het bouwen van opvang.”  

Die veranderende hulpvraag zal zich ook na de coronaperiode voortzetten. Martijn van den Heuvel is districtsmanager in Gelderland-Midden waar ze de vrijwilligers al aan het voorbereiden zijn op de toekomst. “Ik denk dat het goede van Rode Kruis-vrijwilligers is dat ze willen helpen. Vanuit dat punt is het goed om met elkaar te kijken naar wie heeft onze hulp het hardste nodig? We hebben geleerd om EHBO te kunnen verlenen, maar als er iets anders nodig is gaan we ook helpen. Dat zijn we nu aan het beleven en doorleven met elkaar. Voor een groot deel zijn we onze nieuwe strategie dus al aan het doen, omdat we helpers zijn. In Arnhem werden onlangs nog voedselkaarten uitgedeeld aan mensen die anders niet te eten zouden hebben. “Dan zie je, wanneer vrijwilligers die kaart overhandigen, dat het echt iets met mensen doet,” zegt Martijn. “Dat is echt het verschil maken.” 

Het zal een andere inzet vragen. Vrijwilligers die zich voorheen aansloten bij het Rode Kruis om als EHBO-hulpverlener te helpen bij evenementen, voelen zich mogelijk minder aangetrokken. De evenementenhulpverlening wordt weer hervat zodra het kan, zodat vrijwilligers getraind blijven voor noodsituaties, maar het is slechts een deel van de nood die zich kan voordoen. Toch voorziet Martijn geen problemen. “Ik denk dat we als Rode Kruis terug moeten naar onze kern. Als je wereldwijd kijkt, dan zijn we met vele miljoenen vrijwilligers. De kracht is dat ze allemaal ergens wonen en onderdeel zijn van de lokale samenleving. Wat we moeten doen is weer goed leren kijken naar onze eigen omgeving. Dan zien we waar mensen lokaal in nood zijn of in nood dreigen te komen.“

Martijn:

'Ik denk dat het goede van Rode Kruis-vrijwilligers is dat ze willen helpen.'

 

De strategie is gebaseerd op de zeven basislevensbehoeften die we als mens allemaal nodig hebben. De komende tijd richt het Rode Kruis zich er met name op vier; voedsel en water, toegang tot medische zorg, een menswaardige veilige plek en onderdak. Maar is dat niet gewoon aanwezig in Nederland? “Dat valt tegen”, zegt Titia. “Er zijn een heleboel mensen bij wie dat ontbreekt. Kwetsbare groepen, zoals daklozen en ongedocumenteerden. Of mensen die slachtoffer zijn van huiselijk geweld of van mensenhandel. Dan heb je wel een dak boven je hoofd, maar hoe veilig voel je je daar?”. Bij deze groepen ontbreekt het vaak ook aan toegang tot medische zorg. Door de pandemie wordt de nood groter en zichtbaarder.

Marcel:

'Ik ben positief en hou wel van verandering'

 

Marcel werd vrijwilliger bij het Rode Kruis om noodhulp te verlenen. Er verandert nu veel, maar hij blijft het leuk vinden. “Die verandering hoort bij het Rode Kruis en het is ook de kracht van de organisatie. Dat je met veertienduizend mensen bent en dan zo’n grote organisatie mee weet te krijgen. Dat motiveert mij als vrijwilliger. Ik ben positief en hou wel van verandering.”

Martijn vult aan. “We waren gewend om als het ware vanaf eilandjes te werken. Wat je nu ziet is dat het lijkt alsof die muren er bijna niet meer zijn. We doen veel inzetten die lang duren. Daarvoor zijn veel handen nodig. Je ziet dat er nu heel snel geschakeld wordt en dat mensen die elkaar helemaal niet kennen nu kijken naar hoe ze het samen voor elkaar krijgen. Dat is echt tof om te zien!”

Op dagelijkse basis het verschil maken, dat is wat er volgens Titia moet gebeuren. “Nu doen we heel veel. Covid-19 is een noodsituatie waardoor er veel boven tafel is gekomen. Maar ook zonder pandemie zal het zo zijn dat mensen in nood zijn of in nood dreigen te komen. Die willen we als Rode Kruis helpen, op de juiste manier.”