Leestijd 5 minuten

Video 5:18

JOKE KOOKT MET JESSICA

Van pirouettes naar heerlijke roti

“Ik had bedacht dat jij de leiding neemt, Joke. Nu je niet kunt koken”, stelt Jessica voor. Joke lacht en stemt met Jessica in. Voor de tweede editie van de rubriek Koken met Joke gaat het er net iets anders aan toe. Met een gebroken pols is het voor Joke allemaal wat onwennig, maar dat mag de pret niet drukken. De rollen zijn duidelijk verdeeld en het recept is bekend, dus aan de slag! .  

 

Directeur Nationale hulp en Verenigingsmanagement Joke van Lonkhuijzen – Hoekstra en Rode Kruis-vrijwilliger Jessica Derksen gaan samen de keuken in om heerlijke roti te maken. Terwijl er wordt gesneden, gebakken en geroerd, kletst het tweetal honderduit over wat hen bezighoudt maar het gesprek gaat vooral over het Rode Kruis. “Wat doe jij nog meer in het dagelijks leven, naast vrijwilligerswerk bij het Rode Kruis?”, vraagt Joke. Jessica begint te vertellen over haar fulltime baan als Software ontwikkelaar bij de gemeente, haar gezin en het vrijwilligerswerk bij het Rode Kruis. Vol verbazing hoort Joke het aan: “Hoe krijg je het voor elkaar dat je fulltime werkt en bijna fulltime vrijwilliger bent?” Doordat de kinderen van Jessica al ouder zijn en ze noodgedwongen thuis moet werken vanwege corona, is ze heel flexibel. “Als er een noodsituatie is, dan kan ik zo inspringen.”

‘Ik zie het als één familie en ben misschien wel de meest trotse Rode Kruis-vrijwilliger. Samen komen we hier doorheen.’

Ondertussen zijn Joke en Jessica op zoek naar de mesjes. Eenmaal gevonden, beginnen ze met snijden. Joke vertelt Jessica wat er moet gebeuren. Stiekem probeert Joke een aardappel te schillen. Met haar pols in het gips, wordt het er allemaal niet gemakkelijker op: “Dit is zo frustrerend”, roept ze.

Een lach, hoop en de stagiairevloek 

Jessica begint te stralen als ze vertelt over haar werk bij het Rode Kruis. Als allround vrijwilliger is ze actief bij verschillende activiteiten: van bevolkingszorg tot aan noodhulp. Jessica doet er alles aan om een glimlach op mensen hun gezicht te toveren. Als voorbeeld vertelt ze over een oudere vrouw in het verzorgingstehuis waar het Rode Kruis ondersteuning biedt om het zorgpersoneel te ontlasten. “Er zat een vrouw naast me die vroeg: waarom zijn jullie hier? Waarop ik antwoordde: om voor jullie te zorgen. Echt waar? klonk het. Ik hou van jullie!” “Dat beeld blijft me voor altijd bij", vervolgt Jessica. “Wat ik zo mooi vind aan het verzorgen van ouderen, is dat zij ook wel zien dat ik geen professional ben. Daardoor kan ik aan ze vragen wat ik moet doen. Dan doe je het samen en kom je er altijd wel uit. Tegelijkertijd is het ook lastig om je niet te hechten aan de mensen die je helpt. Dat vind ik het moeilijkste aan dit werk.”

Aan Joke is te zien dat zij met Jessica meeleeft en het gevoel van hechten herkent. Joke begon haar loopbaan ooit als verpleegkundige: “Van mijn 19e tot 22e werkte ik op de oncologie. Ik ken nog de namen van de mensen die daar lagen en zijn overleden. Het is een heel indringend en verdrietig moment.” “Dat is de stagiairevloek”, zegt Jessica plotseling. Beide dames lachen en zijn het met elkaar eens.

Ondersteuning bieden in verzorgingshuizen, helpen bij ziekenhuizen en andere inzetten van medische aard. Joke kent die wereld en weet welke situaties zich voordoen. "Ik vind het fijn om dat gevoel te delen. Ik weet goed wat er op de werkvloer leeft, hoe het is en welke emotie jullie voelen. Daarom vind ik het belangrijk om aandacht voor de vrijwilliger te hebben. Ik probeer het zo makkelijk mogelijk te maken voor jullie.” 

Tijdens het gesprek komen Joke en Jessica erachter dat ze beide aan kunstschaatsen hebben gedaan en laten zien hoe je precies een pirouette doet.

Samen één Rode Kruis

Joke vertelt dat de mensen in de gezondheidszorg het minst therapietrouw zijn en dat blijkt. Ze gaat maar door met het proberen van groente snijden. “Het is maar goed dat jullie niet zien wat ik thuis allemaal doe met mijn arm”, grapt ze.

“Zijn jullie als vrijwilligers moe?”, wil Joke weten. “De rek is er wel een beetje uit, maar we gaan door met z’n allen en opgeven is geen optie. Er komen steeds taken bij en gewone interventies gaan ook door. Ik heb weleens vrijwilligers horen zeggen: we zijn één Rode Kruis. Zo zie ik het ook. Ik zie het als één familie en ben misschien wel de meest trotse Rode Kruis-vrijwilliger. Samen komen we hier doorheen.”

Koken of opeten

Het gesprek en het koken gaan door. Joke geeft aanwijzingen over de ingrediënten en vraagt: “Heb je weleens een zoete aardappel gegeten?” “Heerlijk vind ik die”, antwoordt Jessica. “Hou je van koken?”, wil Joke weten. “Ik hou vooral van het opeten, maar ik moet zeggen dat ik het wel leuk vind om gerechten klaar te maken. Als het af is dan ben ik wel trots. En jij?”

“Ik vind het heel leuk om met mijn kleinkinderen te bakken of te koken. Dan leer ik ze bijvoorbeeld een gehaktballetje te draaien. Daarnaast leer ik ze proeven. Ik heb ze geleerd dat als ze het niet lekker vinden, dat ze dan moeten zeggen: ‘Hmm is niet zo mijn smaak, Beppe’. Vervolgens vraag ik aan ze wat er nog toegevoegd moet worden aan het gerecht om de smaak beter te maken.” Dit verhaal brengt de vrouwen op een idee en ze proeven even uit de pan.

Blik vooruit

Het gerecht is bijna klaar en Joke wil nog graag weten hoe Jessica de toekomst van het Rode Kruis voor zich ziet. “Ik kan me voorstellen dat het takenpakket wordt uitgebreid. Bijspringen bij spoedeisende hulp is bijvoorbeeld ook interessant, daar komen namelijk dezelfde letsels als bij noodgevallen voor.” Joke beaamt dit en vertelt dat er binnen de organisatie druk wordt nagedacht over de toekomst. 

Jessica: “Er is bij mij geen denken aan om te stoppen. Mijn doel is dat mijn kinderen ook Rode Kruis-vrijwilliger worden. ” Joke glimlacht en zegt: “Ik vond het een fijn gesprek. Dankjewel, Jessica; dat je mee wilde doen. ” “Het was me een eer, Joke!” De vrouwen kijken vol blijdschap naar hun mooi opgemaakte borden. “En nu lekker eten!”
 

‘Als er een noodsituatie is, dan kan ik zo inspringen’

Recept

Roti met sperziebonen (4p)

Ingrediënten

  • Rotivellen

  • 2 el olijfolie

  • 200 ml water

  • 400 gr tomaten

  • 1 ui

  • 2 aardappelen

  • 1 zoete aardappel

  • 1 blik kikkererwten (330 gr)

  • 130 gr sperziebonen

  • 70 ml tomatenpuree

  • 70 ml tomatenpuree

  • Kruidenmix (kerriepoeder, paprikapoeder, knoflookpoeder, komijnzaad, peter, zout)

  • 1 teentje knoflook

  • Laurierblad

Bereidingswijze

1.

Maak de groenten schoon. Dop de sperziebonen en snijd in tweeën. Pel de ui en de knoflook en snipper deze fijn.

2.

Schil de aardappelen en de zoete aardappel en snijd deze in blokjes van 1 cm. Snijd de tomaten in blokjes van 1 cm.

3.

Verhit intussen de olie in een wok of hapjespan en fruit de ui en de knoflook ca. 2 minuten aan op matige temperatuur.

4.

Voeg de tomatenpuree en de kruidenmix toe en fruit deze ca. 1 minuut mee. Voeg de tomatenblokjes, 200 ml water, de blokjes aardappel, zoete aardappel, de kikkererwten en het laurierblad toe en breng de saus aan de kook en laat deze 8 minuten zacht doorkoken.

5.

Breng ondertussen in een ander pan water aan de kook. Doe de sperziebonen in de pan en kook in ongeveer vijf minuten beetgaar.

6.

Giet de beetgare sperziebonen af, schep deze door de saus en laat het geheel nog 4 minuten zacht stoven tot de aardappel gaar is.

7.

Verwarm intussen de rotivellen 30 seconde per zijde in een voorverwarmde koekenpan

8.

Verwijder het laurierblad en serveer de warme roti erbij.