Meer over mij

SABRINA POORTE

Sabrina studeerde interculturele communicatie & management en pakte bij de start van haar loopbaan ook een studie (medische) antropologie op. De afgelopen vijftien jaar was ze vooral actief in het sociaal domein. Met speciale aandacht voor de fysieke en mentale zorg en arbeidsmarktparticipatie voor vrouwen, ongedocumenteerden, nieuwkomers en mensen met een beperking. Zeven jaar geleden startte ze bij het Rode Kruis als projectleider vluchtelingen en begon sinds de start van OOM in 2016 als projectleider OOM.

Meer over mij

ELIF ÖZER

Tijdens haar bachelor- en masteropleiding psychologie heeft Elif een actieve rol gehad als schrijver en trainer voor een project gericht op psychosociale ondersteuning van Syrische tienervluchtelingen in Turkije. Ook heeft ze een masteropleiding sociale, gezondheids- en organisatiepsychologie gehaald aan de Universiteit Utrecht. Ze is werkzaam als psychotherapeut en trainer binnen haar eigen bedrijf en als HR-manager. Tegelijkertijd doet ze al vier jaar vrijwilligerswerk voor het Rode Kruis binnen het programma OOM.

Leestijd 9 minuten

SABRINA POORTE EN ELIF ÖZER

'112? Dat nummer kennen ze helemaal niet' 

In deze rubriek vragen een vrijwilliger en een beroepskracht elkaar de hemd van het lijf. Dit keer het woord aan Sabrina Poorte landelijk projectleider van het Programma Ondersteuning Ongedocumenteerde Migranten (OOM) en Elif Özer, vrijwillige psycholoog en trainer van de workshops Life Skills, gericht op mentale weerbaarheid. Dit jaar bestaat OOM 5 jaar. Wat speelt er allemaal? Wat kom je tegen in de praktijk? En hoe ziet de toekomst van OOM er uit? Sabrina en Elif vragen elkaar de hemd van het lijf.

Sabrina: “Waarom ben je dit vrijwilligerswerk gaan doen?”

“Ik ben geboren in Amsterdam, maar toen ik zes jaar was, vertrokken we naar het geboorteland van mijn ouders, Turkije. Hier studeerde ik psychologie. Vier jaar geleden kwam ik terug naar Amsterdam en wilde ik meteen aan de slag als vrijwilliger. Ik voel me erg betrokken bij de doelgroep. Ik realiseer me dat ik net zo goed één van hen had kunnen zijn. We helpen mensen persoonlijk, maar ik zie het ook als een bijdrage aan de toekomst van Nederland. Daar zet ik me graag voor in.” 

En wat is jouw belangrijkste taak binnen het project? 

Elif: “Ik geef psychosociale workshops. Veel mensen hebben traumatische ervaringen meegemaakt en de onzekere situatie zonder documenten geeft nog eens extra stress en spanning. We kunnen ze niet helpen aan papieren of een huis, maar we kunnen ze wel helpen om de stress op een andere manier te benaderen. Een te hoog stressniveau heeft invloed op alle aspecten van je leven. We leren ze te herkennen wat gezonde en ongezonde gewoontes zijn om met stress om te gaan. Eigenlijk zou ik nog veel meer hulp willen geven. Deze groep mensen is zo kwetsbaar.” 

Sabrina: “Dat snap ik wel. De meeste van onze deelnemers hebben inderdaad veel meegemaakt, zijn dierbaren verloren, soms hun kinderen kwijtgeraakt. Door beperkte rechten leven ze vaak in slechte werk- en leefomstandigheden. Zij ervaren angst, slaapproblemen, boosheid, lichamelijke klachten of somberheid. Behandeling bij psychotraumaklachten is dan passend, maar is niet voor iedereen haalbaar. Ook heb je daarvoor een stabiele basis nodig.”

 

Sabrina:

‘Het is belangrijk elkaar gelijkwaardig te behandelen.’

Elif: “En in die tussentijd zijn wij er.”

“Precies. Voor die tussentijd bieden wij een goede interventie om hun mentale weerbaarheid te vergroten en ze perspectief te geven: wie ben je, wat kun je, wat zijn jouw vaardigheden, hoe kun je die nu inzetten, een actieve bijdrage leveren, realiseren dat je er toe doet. Ook wijzen we ze de weg naar medische hulp, hoe werkt een huisarts en hoe blijf je gezond?” 

Elif: “Terwijl medische zorg toch eigenlijk heel goed is geregeld in Nederland?”

“Op macro-niveau wel, maar op micro-niveau, lokaal, is die niet altijd bereikbaar. Iedereen in Nederland heeft recht op medische noodzakelijke zorg, maar niet iedereen weet hoe het werkt. Hoe weet je bijvoorbeeld dat je eerst naar de huisarts moet voor een doorverwijzing naar het ziekenhuis? Hoe handel je in noodsituaties?” 

Sabrina: “Kom je in de praktijk vaak voorbeelden tegen dat mensen heel anders kijken naar medische zorg?” 

“Laatst vroeg ik aan een Ethiopische deelnemer van onze workshop wat in hun land 112 is. Zo een noodnummer kennen ze daar helemaal niet en er is angst om dit te gebruiken. Het is meer dan uitleggen welke instanties er zijn met welke contactgegevens. Ook cultuur speelt hier een rol. Hoe communiceer je bijvoorbeeld met een zorgverlener? Wat kun je vragen of zeggen? Zo is het voor sommige vrouwen een drempel om te praten met een arts over hun privéleven of over zaken zoals menstruatie, zwangerschap of geboortebeperking. Met rollenspellen oefenen we hier mee.”  

 

Elif:

‘Ik zie het als een bijdrage aan de toekomst van Nederland. Daar zet ik me graag voor in.’

 

Sabrina: “Hoe reageren deelnemers hierop? Is de training wat ze verwacht hadden? We bieden veel, maar kunnen niet alles bieden wat ze nodig hebben.”

“We vertellen direct helder wat wij wel en niet kunnen doen, om geen verkeerde verwachtingen te scheppen. Deze mensen hebben het heel zwaar en hebben vaak een enorme bagage. We proberen ze te laten focussen op wat er wél is, wat ze wél kunnen. Door culturele verschillen is er wel eens onbegrip. Laatst wilde een vrouw bijvoorbeeld niet meedoen met een teken- en schrijfopdracht binnen een workshop. Ze verweet ons dat ze geen kind is, dat ze niet wilde tekenen. We hebben haar toen een andere rol gegeven, haar laten helpen met het organiseren van de oefening. Dat werkte op dat moment beter.”

Elif: “En dat is ook eigenlijk één van de pijlers van de cursus, anders leren kijken naar je eigen situatie.”

Sabrina: “Het gevoel hebben buitengesloten te zijn of niet begrepen te worden, is een groot issue. Het is belangrijk elkaar gelijkwaardig te behandelen. Erkennen dat we allemaal bepaalde emoties of stress ervaren, dat het een hele normale reactie is. En dat je een keus hebt hoe ermee om te gaan. We laten mensen ook in de spiegel kijken. Wat kun je zelf doen, welke verantwoordelijkheid kun je zelf nemen? Door de trainingen zien we vaak een kentering ontstaan. Mensen gaan anders om met hun situatie, hun houding verandert.” 

Elif: “Vond je het niet enorm balen dat de trainingen tijdens de lockdown niet door konden gaan?"

“Een aantal trainingen hebben we digitaal aangeboden, sommige zijn gestopt. Gelukkig konden we improviseren, ons aanpassen aan de situatie en dáár zijn waar de doelgroep is. Bij het uitdelen van voedselpakketten of e-vouchers bijvoorbeeld is er mentale eerste hulp aangeboden. Dat is net laagdrempeliger dan onze workshops, een luisterend oor bieden, de juiste vragen kunnen stellen en mensen doorverwijzen naar de juiste hulp. Door de coronacrisis kwamen we ook meer in aanraking met arbeidsmigranten, die normaal gesproken heel zelfvoorzienend zijn. Ze hadden tot voorheen weinig ondersteuning nodig. Door de crisis kwamen zij als eerst op straat te staan. Zij zijn ook de groep die het laatst profiteert van economisch herstel. Het is goed dat we hen ook in het vizier houden. ” 

Elif: Is vrijwilligers werven voor OOM anders dan voor andere Rode Kruis-activiteiten? 

“OOM is een intensieve interventie die we echt met elkaar doen. Diversiteit is geen nice to have het is een must have, altijd. Onze vrijwilligers zijn mede-eigenaar van het project en specialisten op het gebied van psychosociale hulp. We vragen dan ook veel van ze. Die intrinsieke motivatie, het er écht willen zijn voor deze kwetsbare groep mensen, is wat ons team bindt. We hebben een team met mensen van verschillende nationaliteiten. En onze doelgroep is complex en bevindt zich in schrijnende situaties. Intervisie voor een team is heel belangrijk. Verbinding, vertrouwen en veiligheid zijn essentieel.” 

Elif: Het programma bestaat nu vijf jaar. Waar hoop je dat het programma over nog eens vijf jaar staat?

“Ik zou graag zien dat over vijf jaar de toegang tot zorg goed geborgd is voor alle mensen in Nederland. Zodat ook ongedocumenteerde migranten de nodige zorg goed én op tijd bereiken. Aandacht voor kinderen en tieners, die geboren of getogen zijn in Nederland. Tot hun 18e volgen ze onderwijs maar op het moment dat ze volwassen zijn, stopt veel, komen ze in het informele circuit en ontbreekt perspectief. Ontzettend zonde en dat doet wat met deze jongeren. Het zou mooi zijn als we er ook voor hen kunnen zijn.”