Meer over mij

DAVID ISAKHANI (55)

David Isakhani is financieel en operationeel leidinggevende. Naast zijn werk als zzp’er is hij sinds 2018 vrijwilliger bij het Rode Kruis. Eerst had hij een rol bij Vervoer en Meer, maar tegenwoordig is hij verbonden aan de Humanitaire Helpdesk in het centrum van Rotterdam. Onlangs is hij aangesteld als kandidaat-bestuurslid Finance & Control van district Rotterdam-Rijnmond.

Meer over mij

HARM GOOSSENS (58) 

Harm Goossens is sinds september 2023 algemeen directeur van het Nederlandse Rode Kruis. Hij voltooide een Master of Business Administration aan de Rijksuniversiteit in Groningen. Als directeur van Unilever werkte hij onder meer in Zuid-Afrika, Turkije, Polen, Engeland en in eigen land. Harm is gedreven en leergierig, maar vooral nieuwsgierig naar alle facetten van de hulporganisatie. 

Leestijd 9 minuten

DAVID ISAKHANI EN HARM GOOSSENS 

Gezamenlijke passie: werken met mensen

Het bedrijfsleven en een hulporganisatie. Twee compleet verschillende culturen. Vrijwilliger David Isakhani weet hier alles van. Harm Goossens ruilde kort geleden de bedrijfscultuur bij Unilever in voor het Rode Kruis. De mannen hebben een gezamenlijke passie: werken met mensen. Tijdens hun ontmoeting stellen ze elkaar allerlei nieuwsgierige vragen.  

David, hoelang ben je al betrokken bij het Rode Kruis?

“Sinds 2018 ben ik vrijwilliger bij het Rode Kruis. Ik ben in de jaren 90 als vluchteling naar Nederland gekomen. Dit land heeft mij met open armen ontvangen. Ik voel me verplicht om iets terug te geven aan de maatschappij die aan mij zoveel gegeven heeft. Daarom ben ik onder andere bij het Rode Kruis begonnen.”

 

Je begrijpt vluchtelingen vanuit je hart. Wil je daar meer over vertellen? 

David: “Doordat ik zelf vluchteling ben geweest, kan ik me goed inleven in wat vluchtelingen voelen. Daarom vind ik het belangrijk om iets voor hen te betekenen. Ik kom bij de Humanitaire Helpdesk in Rotterdam veel vluchtelingen tegen. Mensen komen bij ons hulp vragen. Soms is alleen een kop koffie genoeg. Als je kijkt naar de ogen van deze mensen zie je dat ze grote problemen hebben.”
 

Harm:

“Ik was haar aan het uithoren, terwijl zij dacht dat ik als vrijwilliger kwam”

Harm, wanneer wist je: het Rode Kruis past bij mij? 

“Tijdens de sollicitatiegesprekken ging het vaak over: pas ik wel bij het Rode Kruis en past het Rode Kruis bij mij? In die tijd ben ik een keer incognito naar Amstelveen gegaan om gevoel te krijgen bij het vrijwilligerswerk. Daar was Britt van der Pol, zij doet ziekenvervoer. Zij en haar team waren zo gepassioneerd over hun vrijwilligerswerk. Ik was haar eigenlijk aan het uithoren, terwijl zij dacht dat ik als vrijwilliger kwam. Voor mij was dit een cruciaal moment. Toen realiseerde ik me: bij deze organisatie wil ik horen. De ontmoeting met Britt had dus een grote invloed op mij.”

 

Harm, je komt van Unilever, merk je een cultuurverschil? En zo ja, hoe ga jij daarmee om?

“De cultuurverschil valt me mee. De grootste verandering tot nu toe is de enorme maatschappelijke impact. De organisatie sluit aan bij mijn passie: mensen. Ik zou niet bij iedere goede doelenorganisatie kunnen werken. Het Rode Kruis is enorm gericht op mensen en dat spreekt me het meest aan. Deze organisatie heeft impact op grote en kleine schaal. Van de slachtoffers van de aardbeving in Marokko tot een individu die met een boodschappenkaart eten kan kopen. De vrijwilligers en beroepskrachten die ik tegenkom bij het Rode Kruis zijn net zo gefocust en professioneel als de mensen bij Unilever. Het verschil zit hem in de drive. Ik ben echt onder de indruk van de toewijding en professionaliteit van de Rode Kruisers.”

 

Een uitdaging voor het Rode Kruis is om een goede reflectie van de maatschappij te zijn. Hoe zie jij dit Harm?

Harm: “Eén van mijn wensen is dat we over vijf jaar een nog meer diverse organisatie zijn. Meer diversiteit zorgt ervoor dat we een goede afspiegeling van de samenleving zijn en nog meer middenin de maatschappij komen te staan. Ik denk dat dat nog een behoorlijke opdracht is. Vanuit mijn ervaring kan ik zeggen dat de beste teams waarin ik heb gewerkt de meest diverse teams zijn. Daar komt het beste resultaat uit.”  

David, wat is het mooiste dat jij de afgelopen vijf jaar voor het Rode Kruis hebt gedaan? 

“Dat zijn eigenlijk twee gebeurtenissen. Een paar weken terug heb ik een alleenstaande dame geholpen. Ze had geen geld om eten te kopen en acuut hulp nodig. We wilden een voedselkaart opsturen, maar dat kost 1 à 2 dagen. Daarom heb ik de kaart zelf naar haar gebracht. Ze was meteen in tranen, ze pakte mijn hand en zei: ‘Gods zegen’. Dat gesprek duurde misschien twee minuten, maar de diepte was enorm. Zeker zo diep als de oceaan. Hier doe ik het voor, dit is het Rode Kruis.

Een ander moment was op een donkere herfstavond bij een inzet van Vervoer en Meer. Met een collega-vrijwilliger vervoerde ik een oudere dame. Eerst was ze bang. Het was donker en wij waren voor haar twee onbekende jonge mannen. Al snel besefte de vrouw dat ze in goede handen was. Ze was net zo oud als mijn moeder en ik probeerde haar als een familielid te koesteren. Als dankbaarheid gaf ze me een kus op de wang. Dat vergeet ik nooit meer! Ik hoop dat elke Rode Kruiser zo’n moment van dankbaarheid meemaakt. De maatschappij ziet wat je doet en waardeert het.”

 

Harm, verwacht jij je ook in te zetten tijdens de hulpverlening?

“Ja, dat wil ik zeker. Ik heb de online EHBO-cursus inmiddels afgerond en binnenkort staat de fysieke EHBO-cursus gepland. Ik denk dat het goed is als ik zelf actief ben in de hulpverlening. Bezoeken brengen en meewerken bij inzetten helpt om te begrijpen wat er speelt. In september was ik bij de Helpdesk in Amsterdam. Daar deed ik een intakegesprek en dat vond ik echt niet makkelijk. Op een gegeven moment weet je gewoon niet wat je moet vragen. Zo’n ervaring leert mij veel.”

David:

“Als je kijkt naar de ogen van deze mensen zie je dat ze grote problemen hebben”

Soms ervaren Rode Kruisers een kloof tussen het verenigingskantoor en het land. Ga je dit aanpakken? 

“Dat moet natuurlijk worden opgelost. Met 21 districten is het complex. Voor mij is het nog zoeken hoe de lijntjes lopen. We moeten zorgen dat de lokale afdelingen en het verenigingskantoor nog beter met elkaar gaan samenwerken. Het mooiste zou zijn als je de kracht van het lokale kan behouden, tegelijkertijd met de sterkte van de grote nationale organisatie. Als je aan beide kanten de kwaliteiten vergroot en de complexiteit vermindert, dan kunnen we nog grotere stappen maken. Uiteindelijk begint en eindigt het in Nederland natuurlijk met vrijwilligers. Hun kracht moeten we goed begrijpen.” 

 

David, als je mij één tip mag geven, wat zou dat zijn?

“De bedrijfscultuur. Ik heb ooit iemand horen zeggen dat mensen die overstappen van het bedrijfsleven naar een hulporganisatie dezelfde bedrijfscultuur kunnen behouden. Maar dat is niet zo. Bij het bedrijfsleven gaat het om processen en is alles strak geregeld, hier gaat het anders. Er is tijd nodig om de cultuur van het Rode Kruis te begrijpen.”

 

Harm, wat zijn je ambities voor het Rode Kruis?

“Marieke heeft de afgelopen vijf jaar fantastisch leiding gegeven in een bijzonder moeilijke tijd vol crises. Mijn ambitie is voortbouwen aan de organisatie waar zij, samen met jullie, zo hard aan heeft gewerkt. De organisatie naar een nog hoger niveau tillen. Onze hulpverlening heeft impact op de maatschappij. Ik wil deze impact vergroten door nog veel meer mensen in nood te bereiken. Daarnaast vind ik het belangrijk dat we onze prioriteiten nog scherper krijgen. Wat doen we wel en wat doen we niet. Tot slot, zoals ik eerder benoemde, vind ik het belangrijk om de kloof tussen het verenigingskantoor en de districten op te lossen. We zijn één organisatie. Samen zijn we één Rode Kruis.”