Leestijd 5 minuten

DE PLUS VAN VRIJWILLIGER EMMY VAN BOVEN

“Als ik aan dat moment denk, krijg ik weer kippenvel”

Tijdens de vluchtelingencrisis in 2015 schreef ze zich in als Ready2Helper bij het Rode Kruis. Toen was haar hulp nog niet nodig, dat veranderde afgelopen winter. “Ze zochten dringend gastvrouwen voor de corona-afdelingen in Friese verpleeghuizen. En nu sta ik in de vaccinatiestraat.”

Het is lekker druk vandaag bij de vaccinatielocatie in Sneek. Dagelijks krijgen tussen de 500 en 1.100 Friezen hier een inenting. Emmy is er als vrijwilliger helemaal in haar element. “Ik sta hier twee à drie keer per week, drie uur per dag, bij de mensen die net een vaccin hebben gekregen. Zij moeten voor de zekerheid vijftien minuten wachten, voordat ze naar huis kunnen. Als Rode Kruis-vrijwilligers hebben we vooral een signalerende functie. Indien nodig, verlenen wij eerste hulp.”

Maar zo’n vaart loopt het gelukkig niet: “Tot nu toe gaat het goed. Het is vooral spannend voor sommige mensen. Dus ik probeer er iets leuks van te maken. Laatst riep ik een keer: ‘Welkom bij deze sociale vaardigheidstraining! Na maanden thuis zijn we het bijna niet meer gewend om mensen te ontmoeten, maar vraag gerust eens hoe het met de persoon naast u gaat.’ Je merkt dat zoiets meteen het ijs breekt.”

"Ik was zo blij dat ik haar kon vertellen dat niet alle ouderen met corona overlijden"

Eerste dag met kerst

Emmy kijkt met dankbaarheid terug op de winterperiode waarin ze voor het eerst als Rode Kruis-vrijwilliger aan de slag mocht. “Een dag voor kerst werd ik gebeld of ik als gastvrouw op een corona-afdeling in een verpleeghuis kon werken. En zo kwam het dat ik op tweede kerstdag in volledige beschermende kleding mensen hielp met eten en drinken. Het is zo fijn om wat extra aandacht aan mensen te schenken en een praatje te maken. Want het verzorgend en verplegend personeel heeft het veelal te druk en bezoek kan niet komen.”

Haar meest dierbare herinnering heeft Emmy aan een mevrouw die ze ontmoette in het coronahuis in Heerenveen. “Toen ik merkte dat ze niet goed at en dronk, spoorde ik haar aan. ‘Je moet wel beter worden, hoor!’ Wat bleek nu: ze was ervan uitgegaan dat ze op haar leeftijd sowieso zou overlijden aan corona. Ik was zo blij dat ik haar kon vertellen dat dat niet voor iedereen zo is. Als ik aan dat moment denk, krijg ik weer kippenvel.”

De plus van energie

Hoewel ze nog maar kort vrijwilliger is, weet ze één ding zeker: “Het Rode Kruis geeft mij energie. Ik doe dit werk met zoveel plezier en liefde. Het geeft zoveel voldoening. Als vrijwilliger krijg je ook echt de tijd om het verschil voor mensen te maken. Het Rode Kruis is sowieso een prachtclub. Alleen al het feit dat zoveel mensen zich zomaar inzetten voor de medemens maakt deze organisatie zo bijzonder. Daar hoor ik graag bij.”