Leestijd 9 minuten
Neutraliteit
Neutraliteit is een van onze zeven grondbeginselen. Het Rode Kruis ontfermt zich onpartijdig over ieder mens, ongeacht geloof, nationaliteit, ras, afkomst of politieke mening. Dat doen we door geen partij te kiezen in conflicten en altijd klaar te staan voor mensen in een kwetsbare positie in tijden van oorlog. Onze neutraliteit is ook in tijden van vrede van groot belang, omdat het ons in staat stelt om onze hulpverlening onpartijdig uit te kunnen voeren en toegang te krijgen tot de meest kwetsbaren in onze samenleving.
Leestijd 9 minuten
Helpen door geen kant te kiezen
Neutraliteit is al sinds de oprichting van het Rode Kruis een grondbeginsel. Na het zien van de gruwelijkheden op het slagveld in Solferino in 1859 riep Henry Dunant de lokale bevolking op om de gewonden en zieken zo snel mogelijk te helpen. Hierbij benadrukte hij dat de slachtoffers van beide zijden van het conflict geholpen moesten worden. Dit werd door de lokale bevolking overgenomen in: 'We zijn allen broeders’.
Dunant schreef een boek over zijn ervaringen in Solferino, waarin hij ook zijn ideeën deelde over het oprichten van een neutrale organisatie om de slachtoffers van oorlogsgeweld te helpen. Hierna ging hij op reis door Europa om zijn ideeën te promoten, wat leidde tot de oprichting van het internationale Rode Kruis in 1863.
De naam en het embleem van het Rode Kruis zijn afgeleid van de Zwitserse vlag: een wit kruis op een rode achtergrond. Zwitserland was altijd neutraal in internationale conflicten. Dunant draaide de kleuren echter om en zo werd het embleem van onze organisatie een rood kruis op een witte achtergrond. Sindsdien betekent dit symbool over de hele wereld: niet schieten.
Geneefse conventies
Naast het oprichten van het Rode Kruis zette Dunant zich in voor internationale afspraken rond oorlogsvoering, om zo de slachtoffers te beschermen. Het eerste verdrag werd in 1864 ondertekend in Genève. “Deze Eerste Geneefse Conventie werd opgesteld ter verbetering van het lot van gewonde en zieke strijders op land,” vertelt Tessa Beeloo, landelijk Coördinator Humanitair Oorlogsrecht. Later werden daar nog drie verdragen aan toegevoegd.”
Deze vier verdragen zijn vanaf 1949 ondertekend door bijna alle landen ter wereld, wat het tot een van de weinige verdragen maakt die universeel zijn geaccepteerd. De Geneefse conventies vormen de basis van het humanitair oorlogsrecht. Deze afspraken dienen ter bescherming van verschillende groepen mensen tijdens gewapende conflicten. Of ze nu militair, krijgsgevangene of burger zijn. De verdragen zijn in 1977 en 2005 nog verder aangevuld met protocollen. Deze richten zich op het soort conflict. Het is namelijk voor het recht belangrijk om te weten wie er met elkaar vechten. Het derde protocol beschrijft de bescherming en het gebruik van de drie rode emblemen, het rode kruis, de rode halve maan en het rode kristal. Die drie protocollen zijn overigens niet door alle landen ondertekend.
“Ook zijn er extra regels opgesteld over het gebruik van verschillende wapens. De manier van oorlogsvoering blijft zich ontwikkelen, bijvoorbeeld door het gebruik van nieuwe technologieën in wapens. Om het humanitair oorlogsrecht actueel te houden, worden er internationaal afspraken gemaakt over wat wel en wat niet kan. Bijvoorbeeld met afspraken over het gebruik van landmijnen en clusterbommen. Belangrijke recente ontwikkelingen zijn volledig autonome wapensystemen, die doelen aan kunnen vallen zonder menselijk handelen, of het inzetten van cyberwarfare. Dit brengt lastige ethische en juridische vragen met zich mee. Het vraagt om aanvullende regels ter bescherming van mensen in gewapende conflicten.”
Neutraal tijdens oorlog
Het Rode Kruis is de hoeder van het humanitair oorlogsrecht en zet zich daar op verschillende manieren voor in. “We zijn verweven in het oorlogsrecht om als neutrale partij hulp te kunnen bieden, dat is uniek! Wij zeggen niet dat oorlog er niet mag zijn, maar accepteren de situatie zoals die is. Er moet dan wel een mechanisme zijn dat bescherming biedt aan mensen en ons als hulpverleners en dat is het humanitair oorlogsrecht.” Om ervoor te zorgen dat de internationale afspraken worden nageleefd, werkt het Rode Kruis samen met andere organisaties en met landen, maar blijft onafhankelijk in het maken vaan keuzes. Hierbij wordt de neutraliteit altijd streng bewaakt. “Dat is belangrijk omdat we om humanitaire hulp te kunnen bieden toegang nodig hebben tot een gebied waar een gewapend conflict is. Als het Rode Kruis zich uitspreekt over wat de machthebbende partij van dat gebied verkeerd doet, kan ons die toegang worden ontzegd.”
“Door onze neutraliteit moeten we kritisch zijn”
Verspreiden van kennis
Naast humanitaire hulp bieden heeft het Rode Kruis nog een belangrijke rol binnen het humanitair oorlogsrecht, namelijk het verspreiden van kennis over de afspraken. Zowel onder strijdkrachten als onder burgers. Het is belangrijk dat je weet wat je rechten zijn als je in een oorlog zit. Net als dat we in vredestijd de Grondwet en Mensenrechten ook belangrijk vinden om te weten. In Nederland gebeurt dit vooral door educatie. Zo geven 150 vrijwilligers gastlessen over de verdragen op scholen. En worden militairen getraind in de beginselen van het oorlogsrecht. “Ook onze communicatie is van belang voor het verspreiden van kennis. Zo publiceren we opiniestukken in kranten of proberen we door sociale media nieuwe doelgroepen te bereiken.” Daarnaast is er drie keer per jaar een officieel overleg met de overheid over actuele thema’s. Om ervoor te zorgen dat het oorlogsrecht doorgevoerd wordt naar Nederlandse wetgeving en beleid. “We zijn blij dat we door deze vertrouwelijke dialoog een goede relatie hebben met de overheid. Zo kunnen we invloed uitoefenen op basis van onze standpunten en grondbeginselen. Onze neutraliteit zorgt er daarbij voor dat we kritisch kunnen zijn op de overheid. En dat we onze visie kunnen uitdragen, namelijk dat ieder mens niet onnodig hoeft te lijden en recht heeft op respect en waardigheid, ook tijdens gewapende conflicten.”