Maart 2020

Juni 2020

December 2020

April 2021

juli 2021

oktober 2021

december 2021

april 2022

juli 2022

oktober 2022

december 2022

april 2023

Juli 2023

oktober 2023

december 2023

april 2024

Meer over mij

JAN TIJMEN NINCK BLOK 

Jan Tijmen Ninck Blok heeft politieke wetenschappen en rechten gestudeerd, waarbij hij een specialisatie in het Humanitair Oorlogsrecht volgde. De opgedane kennis komt samen in zijn huidige functie bij het Rode Kruis. Daar noemen ze hem specialist Humanitair Oorlogsrecht.

Meer over mij

BASTIAAN VAN BLOKLAND 

Bastiaan van Blokland studeerde journalistiek en Islamstudies. Daarna vervulde hij verschillende functies in de mediawereld. Twee jaar geleden maakte hij de overstap naar het Nederlandse Rode Kruis. Hier werkt hij als woordvoerder, ook wel persvoorlichter genoemd.

Leestijd 9 minuten

JAN TIJMEN NINCK BLOK EN BASTIAAN VAN BLOKLAND 

Waarom het als Rode Kruiser belangrijk is om neutraal te zijn

In een wereld vol conflicten staat het Rode Kruis bekend om zijn neutraliteit. Maar wat betekent dat in de praktijk? Senior juridisch adviseur Jan Tijmen Ninck Blok en woordvoerder Bastiaan van Blokland delen hun inzichten. Terwijl ze uitleggen waarom neutraliteit cruciaal is, onthullen ze ook de uitdagingen waar ze in hun werk mee omgaan. Vooral in tijden van wereldwijde aandacht, zoals tijdens het huidige conflict in Israël en de bezette gebieden.

Jan Tijmen, waar hou jij je mee bezig als ‘senior juridisch adviseur’ van het Rode Kruis?

“Ik ben inhoudelijk verantwoordelijk voor het Humanitair Oorlogsrecht (HOR) namens het Nederlandse Rode Kruis. Als vereniging hebben we vanuit internationale en nationale regelgeving een taak om kennis over het HOR te verspreiden. In Nederland doen we dat onder andere met een mooi netwerk van vrijwilligers. Dit gebeurt bijvoorbeeld tijdens lessen op scholen of bij verenigingen. Daarnaast houden we toezicht op de realisatie en naleving van het HOR in Nederland en de ontwikkeling van het recht op internationaal niveau. Daardoor is het Rode Kruis wereldwijd de beschermer of hoeder van het HOR.

De werkzaamheden en activiteiten van het Rode Kruis komen voort uit het HOR. Het Rode Kruis en het moderne HOR zijn ontstaan vanuit het gedachtegoed van Henry Dunant, één van onze oprichters. Zijn belangrijkste ideeën waren: er moet een neutrale onafhankelijke hulpverleningsorganisatie zijn én landen moeten afspraken maken over de hulpverlening in oorlogstijd.”

 

Bastiaan, wat doe je als woordvoerder van het Rode Kruis?

“Als woordvoerder sta ik in contact met de media. Ik probeer via persberichten en contacten met journalisten verhalen in de pers te krijgen. In die verhalen staan onze hulp en de humanitaire nood meestal centraal. Een oproep doen of een verhaal delen is vaak waardevol. Wanneer de media het overnemen, wordt breed verteld dat mensen hulp nodig hebben en ook wat wij doen om te helpen. Soms zoeken we gericht naar een medium dat een verhaal kan delen, bijvoorbeeld het Jeugdjournaal of een magazine. Doordat het Rode Kruis heel actief is, kunnen we verschillende media benaderen: radio, televisie, diverse kranten en tijdschriften. Daarnaast krijgt ons team constant mediaverzoeken, zoals vragen van journalisten over een bepaald onderwerp. Dan staan we de journalisten natuurlijk te woord.”
 

 

Bastiaan: “Als Rode Kruis zijn we neutraal, maar tijdens mijn werk merk ik dat onze rol niet altijd wordt begrepen. Men wil graag dat we ons uitspreken. Waarom doen we dit niet?” 

Jan Tijmen: “Ik vind het belangrijk om te benoemen dat ik dat heel goed begrijp. Iedereen heeft het recht om zich ergens een mening over te vormen. Een situatie beoordelen is menselijk en van een maatschappelijke organisatie midden in de samenleving verwacht men dat ook snel. Als Rode Kruis zijn we een neutrale organisatie. Op basis van onpartijdigheid zijn we er met onze hulpverlening voor iedereen. Onze neutraliteit zorgt ervoor dat we iedereen kunnen bereiken, ook tijdens conflicten. Als hoeder van het oorlogsrecht bespreken we regels die gelden tijdens een oorlog. In vertrouwelijke gesprekken met partijen die betrokken zijn in een conflict uiten we onze zorgen over vermeende overtredingen. Publiekelijk zullen we nooit ingaan op een specifieke situatie of een partij de schuld geven voor wat er is gebeurd. Daarmee blijven we neutraal en behouden we het vertrouwen van alle partijen. Een voorbeeld: we kunnen zeggen dat het HOR het gebruik van chemische wapens en aanvallen op ziekenhuizen verbiedt. We zeggen alleen niet dat een specifieke partij het oorlogsrecht heeft overtreden. Dat zullen we ook nooit doen, want dan verliezen we onze neutraliteit.”

 

“Wat voor gevolgen heeft het voor een conflict als we niet neutraal zijn, Jan Tijmen?”

Jan Tijmen: “In de gesprekken met de betrokken partijen hebben we het ook over onze hulpverlening. Naast het oorlogsrecht bespreken we de noodzakelijke humanitaire toegang tot een conflictgebied. Deze toegang hebben we nodig om onze hulpverlening te kunnen bieden en daarvoor zijn veiligheidsgaranties nodig. Wanneer we ons publiekelijk uitspreken over onze interpretatie dat er mogelijk schendingen zijn gepleegd, dan kunnen we het vertrouwen van partijen verliezen. Als men het vertrouwen verliest in het Rode Kruis, doordat we ergens ter wereld niet neutraal zijn, kan dat directe consequenties hebben voor de hulpverlening op andere plekken in de wereld. Bijvoorbeeld als partijen daardoor niet meer met ons willen praten.”
 

Jan Tijmen:
“Als men het vertrouwen in het Rode Kruis verliest, heeft dat directe consequenties voor de hulpverlening”

Jan Tijmen: “Hoe zorgen we voor neutraliteit in onze berichtgeving?”

Bastiaan: “Onze berichten zijn altijd duidelijk en feitelijk: we focussen op de noden en op onze werkzaamheden. Doordat we informatie krijgen vanuit onze eigen vereniging, andere Rode Kruis-verenigingen uit de hele wereld én de Internationale Federatie van het Rode Kruis vertellen we altijd ons eigen verhaal. We brengen zo goed mogelijk wat we doen en waarom we dat doen. Momenteel gaat er veel nepnieuws rond, ook over het Rode Kruis. Dat is soms best lastig. Als dingen niet waar zijn, willen we graag uitleggen hoe het wél zit. Uitleggen is wat mij betreft heel erg belangrijk om begrip te krijgen. Als woordvoerder kan je namelijk gemakkelijk antwoorden: ‘daar kan ik niets over zeggen’. Maar dat is niet bevredigend om te horen. Sterker nog, mensen kunnen dan denken dat je iets te verbergen hebt. Ik leg juist heel veel uit, bijvoorbeeld waarom we vertrouwelijke gesprekken met partijen in een conflict voeren en dat neutraliteit daarom zo belangrijk is in ons werk. Dan volgt het begrip voor ons meestal vanzelf.”

 

Op dit moment zijn er verschillende conflicten gaande in de wereld. Waarom zijn er bij het conflict in Israël en de bezette gebieden veel vragen over neutraliteit en is het niet gemakkelijk om als organisatie te zeggen dat je neutraal bent?

Jan Tijmen: “Ik begrijp dat het ontzettend moeilijk kan zijn om neutraal te blijven. Als een conflict een grote impact heeft op de samenleving wordt van ons verwacht dat we ons uitspreken. We zien bijvoorbeeld dat het conflict in Israël en de bezette gebieden voor een tweedeling zorgt tussen gemeenschappen. Of het nu gaat om Oekraïne en Rusland, Soedan, Israël en de bezette gebieden, onze neutraliteit zorgt dat we met alle conflicten en betrokken partijen in de wereld hetzelfde omgaan. Het voornaamste doel is onze hulpverlening goed kunnen blijven doen.”

Bastiaan: “In de media merken we ook verschil in aandacht voor een conflict. Een conflict dat minder in de samenleving leeft, roept minder persvragen op. Ook worden verhalen dan minder vaak overgenomen door de pers. Dat zie je bijvoorbeeld bij het huidige conflict in Soedan, waar een enorme humanitaire crisis is. Daar is bij veel mensen weinig over bekend, precies om deze reden. Daarnaast hebben we te maken met toenemende of juist dalende interesse in bepaalde onderwerpen. Denk aan het conflict tussen Oekraïne en Rusland. Eerst wil iedereen alles weten en nu, twee jaar later, neemt de vraag naar informatie af. Toch wil je blijven vertellen over het werk dat we in Oekraïne en omliggende landen doen, omdat het nog zo hard nodig is. We willen dat het publiek daar blijvend over geïnformeerd wordt. Zo proberen we altijd om onderwerpen in de media te krijgen en te houden.”

Bastiaan:
“Als je veel dingen uitlegt, merk ik vaak dat er begrip komt”

Bastiaan: “Moet je als vrijwilliger of medewerker van het Rode Kruis ook altijd neutraal zijn?”

Jan Tijmen: “Neutraliteit moet je altijd toepassen in je werkzaamheden voor het Rode Kruis. We spreken ons niet uit, in functie, maar ook als je gelinkt kan worden aan het Rode Kruis. Ook in je privéleven is het belangrijk dat je op je woorden let. Al is dat afhankelijk van de situatie. Als je een social media-account hebt waar je met Rode Kruis-kleding op staat, ons logo zichtbaar is of je het Rode Kruis bij naam noemt, dan moet je in die berichten neutraal blijven. Ook op een LinkedIn-profiel waar je noemt dat je vrijwilliger bent of werkt bij het Rode Kruis moet je zorgvuldig met je woorden omgaan. Als je met collega’s na een inzet een kop koffie gaat drinken met je Rode Kruis-jas nog aan, ben je zichtbaar verbonden aan onze organisatie en moet je neutraal zijn. Dit alles om ervoor te zorgen dat onze hulpverlening wereldwijd door kan gaan. Natuurlijk kun je je op bijvoorbeeld je Facebook- of TikTok-profiel, waarbij je niet gelinkt wordt aan het Rode Kruis, anders uitlaten.” 

Bastiaan vervolgt: “De berichtgeving gaat mij soms niet in de koude kleren zitten. Ik denk dat dit voor onze vereniging best een zware periode is. Onze collega’s van de noodhulpteams in conflictgebieden of de mensen die dagelijks met sociale media bezig zijn, zien allerlei beelden voorbijkomen. Dan is het soms noodzakelijk om te ventileren. Hoe kunnen we wel onze mening uiten, zonder dat het schadelijk is voor het Rode Kruis?” Jan Tijmen: “Mocht je behoefte hebben om te praten, dan kan dat intern bij een vertrouwenspersoon of je leidinggevende. Daarnaast kun je terecht bij collega’s of het Team Collegiale Ondersteuning. Onderling is er ruimte voor verschillende perspectieven en om te praten.”